Terwijl de belangstelling voor technische studies flink toeneemt, zien de vier TU’s zichzelf gedwongen om opnieuw studentenstops af te kondigen: voor acht opleidingen volgend collegejaar en voor mogelijk nog eens vier studies in 2018-2019.

Ze ervaren de drukte aan den lijve, schrijven de studentengeledingen van de universiteiten van Delft, Eindhoven, Enschede en Wageningen samen met het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) in een open brief: 'Bioscopen doen dienst als collegezalen, practica worden geschrapt en kleinschalige werkgroepen zijn grote hoorcolleges geworden'.

Volgens Both hebben ook aan de TU/e al noodgrepen plaatsgevonden, zoals het huren van ruimte bij het Muziekcentrum, om grote groepen studenten te kunnen onderbrengen. "Dat zijn situaties die we niet moeten willen", aldus Both, die tevens zegt dat de hele Eindhovense universiteitsraad zich achter de brandbrief heeft geschaard.  

De TU's zien zich volgens de brief geplaatst voor een duivels dilemma: 'We móeten nu een keuze maken: kiezen we voor toegankelijkheid of voor kwaliteit? We kunnen met de huidige financiering de kwaliteit van onze opleidingen niet meer garanderen, maar een numerus fixus is ook onacceptabel'.

Both: "Een deel van het probleem is op te vangen met een verdere digitalisering van het onderwijs of met het invoeren van avondcolleges. Maar bijvoorbeeld die laatste maatregel zien we vooral als een noodoplossing. Om het goed te kunnen aanpakken is gewoon meer geld nodig."

En zoals de vier TU’s eerder zelf deden, roepen de studenten in hun brief de bewindslieden van Onderwijs en Economische Zaken op om dat extra geld vrij te maken, 'zodat elke ambitieuze scholier de kans heeft een ingenieur van kwaliteit te worden en om van Nederland de kenniseconomie te maken die we willen zijn'.

Onderwijsminister Jet Bussemaker liet al eerder weten dat ze de TU’s geen extra geld wil geven. “Ik kan me niet voorstellen dat de universiteiten verrast zijn door de stijgende studentenaantallen”, aldus de bewindsvrouw in het AD. “Ze wisten jaren geleden al dat dit eraan kwam.” En als instellingen desondanks meer tijd nodig hebben om zich voor te bereiden op de komst van meer studenten, is een tijdelijke numerus fixus “verdedigbaar”.

Van de aanzwellende kritiek van werkgeversorganisaties op de studentenstops is Bussemaker evenmin onder de indruk. Die zouden er beter aan doen om technici een betere loopbaan te bieden, want veertig procent van de afgestudeerde technici heeft nu geen baan in de techniek. “Het bedrijfsleven slaagt er klaarblijkelijk niet in om technisch afgestudeerden te behouden in de technische sector”, schreef ze in antwoord op Kamervragen.