Mirjam Jahnke: “Ik kijk er naar uit om van mijn vrijheid te genieten”
Mirjam Jahnke (49) gooit eind deze maand het roer drastisch om. Het hoofd beveiliging zet rigoureus een streep onder haar vijftienjarige TU/e-carrière. Niet omdat ze de universiteit beu is, wél om van haar vrijheid te kunnen genieten. Haar toekomst ligt in de Dordogne, waar zij en haar partner hun huis en tuin gaan opknappen en mensen en dieren willen helpen.
“Ik wil niet weg. Ik heb mijn werk met zo veel liefde en plezier gedaan.” Mirjam Jahnke kan het niet vaak genoeg zeggen. En toch stopt ze met haar baan als Safety & Security and Location Facility Manager. “Ik heb gemerkt dat ik zo gecommitteerd aan de TU/e ben dat ik er alles voor opzij zet. Wil ik sporten of word ik uitgenodigd voor een verjaardag, dan is het eerste wat ik denk; ‘past het wel in mijn werk?’. En het was soms alsof de duvel er mee speelde; had ik op vrijdagmiddag een lege agenda, werd er op een calamiteitenknop gedrukt. En dat vond ik nooit erg. Als ik zou blijven, zou ik er nog steeds zo veel tijd aan besteden, maar wel met het risico dat ik een keer een tik op mijn neus krijg. Er is meer buiten de universiteit. Ik moest er rigoureus een streep onder zetten, om dat ‘meer’ te kunnen gaan ervaren.”
Dat besef is er de afgelopen tien jaar ingesijpeld. “Mijn partner Annemarie en ik wilden al langer naar het buitenland en genieten van het buitenleven. We liepen eind 2009 tegen een huisje in de Dordogne aan en daar hadden we meteen zo’n goede aard mee.” En in dat huis in Saint-Nexans gaat het koppel binnenkort wonen. “We willen er voor ons pensioen heen. Er moet nog veel aan het huis gebeuren en nu zijn we nog gezond. Bovendien kunnen we er dan langer van genieten.”
Lachend: “En nee, er komt geen bed and breakfast. Dat heb ik hier ooit geroepen en die informatie gaat er blijkbaar gemakkelijk in, maar moeilijk uit. Daar hebben we de financiën niet voor.” Wat ze wél gaan doen? Stilzitten is er in elk geval niet bij, dat zit niet in het karakter van beide vrouwen. “We gaan in de tuin en het huis werken, ons Frans opvijzelen, mensen in het dorp helpen en dieren opvangen. Het wordt geen vetpot, maar we hebben dadelijk eten, drinken en een dak boven ons hoofd en dat is het belangrijkste. We hebben in 2014 ons huis in Nederland verkocht en daarmee een buffer opgebouwd. De afgelopen twee jaar hebben we uit de koffer geleefd; we hebben in een caravan gewoond en bij onze moeders. Dat viel me soms niet mee. Ik kijk er naar uit om van mijn vrijheid te genieten.”
Waarop ze zich haast te zeggen dat ze aan de TU/e ook veel vrijheid had. “Ik heb het vertrouwen gekregen om zaken te ontwikkelen en uit te voeren. Maar dat is anders. De vrijheid die ik bedoel, heb ik wel gevoeld in de jaren dat ik gevaren heb. En nee, dat zit hem niet in minder verantwoordelijkheid. Als je ’s nachts alleen wacht staat te draaien en iedereen slaapt, moet je er ook maar voor zorgen dat het schip goed door de Straat van Dover komt, door de Golf van Biskaje, langs een boorplatform of tussen de vissersbootjes in Hong Kong. Maar het gevoel dat je alleen op zo’n brug staat bij volle maan of ondergaande zon… Het genieten van de lucht, het water en de vissen die om je heen zwemmen. Daar verheug ik me op, meer met de natuur bezig zijn, en met mijn naaste omgeving.”
“Sommigen moesten even slikken toen ze hoorden dat een vrouw
hun leidinggevende zou worden”
Haar handen jeuken als ze bedenkt wat ze nog zou kunnen oppakken aan de universiteit. Toch houdt ze het op 25 oktober voor gezien. Terugblikkend is er een hoop veranderd. “Vooral het eerste jaar was wennen. Sommigen moesten even slikken toen ze hoorden dat een vrouw hun leidinggevende zou worden en dan ook nog eens die op vrouwen valt - waar ik overigens nooit een geheim van heb gemaakt. Ik had niet eerder een managementfunctie gehad. Bij de Brandweer Eindhoven had ik een adviserende rol en als stuurman moest ik alleen matrozen en dokwerkers aansturen.”
De analyse over haar afdeling, gemaakt door haar voorganger, belandde linea recta in de prullenbak. “Ik wilde mijn eigen oordeel vormen.” Haar aanpak: “Vooral veel een-op-eengesprekken en bij een verandering niet zeggen ‘we stoppen ermee’, maar praten, overtuigen en mijn keuzes onderbouwen. Het managen heb ik moeten leren. Ik gaf veel vrijheid, maar heb gemerkt dat niet iedereen daar even goed mee kan omgaan.”
De rust die ze uitstraalt zal haar zeker hebben geholpen. “Heel gek is dat, hoe hectischer mijn omgeving is, hoe rustiger ik ben.” En ook Jahnke schiet heus wel eens uit haar slof. “Een bepaald persoon zat in mijn irritatie-zone en ik in die van hem. Dat heb ik los moeten laten. En ik kan met iedereen een bak koffie drinken.”
Hoeveel tijd het afdelingshoofd ook in haar werk steekt en wat er ook gebeurt, ze ligt er nooit wakker van. “Ik raak het kussen aan en ik slaap. Het is wel belangrijk dat ik het proces van a tot z meemaak. Als een student is overleden, heb ik bijvoorbeeld ook contact met de familie. Terwijl dat vanuit mijn functie niet hoeft. Dat is mijn manier om het te verwerken.”
"Crisismanagement is een van mijn drives"
In de loop der jaren kwamen er steeds meer taken bij - waarvoor de ideeën vaak uit haar eigen koker kwamen. “Bij mijn aanstelling was er nog geen crisismanagement, geen bedrijfsnoodplan. We hebben de EHBO afgeschaft en de BHV geüpgraded. Het parkeerbeleid is erbij gekomen. Ik weet het nog als de dag van gisteren, 5 april 2006 gingen de slagbomen voor de eerste keer open. We zijn volop bij de projecten rondom renovatie en nieuwbouw betrokken. We zijn met elektronische sleutelkluizen gaan werken, het toegangscontrolesysteem is gecentraliseerd. We houden een oogje in het zeil bij steeds meer evenementen. In 2010 kwam parkmanagement erbij, waarbij we de afspraken over zaken als infrastructuur en facilitaire diensten met derden op het terrein gelijk hebben getrokken. En vanaf 2015 kwam het betaald parkeren er bovenop, dat heeft een behoorlijke impact gehad. Ik ben er nog steeds trots op hoe dat geïmplementeerd is. Met een laatste update moeten alle problemen met het parkeerverwijs- en abonnementensysteem dadelijk helemaal zijn opgelost. Dat was nog een laatste vuiltje op mijn bord.”
Haar laatste werkdag valt toevallig samen met het bezoek van Noel Whelan, een goeroe op het gebied van beveiliging en terrorisme die enkele lezingen komt geven voor beveiligers en bedrijfshulpverleners. “Crisismanagement is een van mijn drives en in dat opzicht kan ik me geen mooiere laatste werkdag wensen.”
Discussie