De lening van 3,6 miljoen voor NanoLab@TU/e wordt door de TU/e ‘gematcht’ met een investering van eenzelfde bedrag, vertelt managing director Huub Ambrosius. “Met het totaalbedrag kunnen we onze apparatuur aanpassen en uitbreiden. Dat is met name nodig om de vindingen van het Institute for Photonic Integration verder te ontwikkelen in een aantal op te richten Technology Centers. Van daaruit willen we die uitvindingen zo snel mogelijk naar de markt kunnen brengen.”

De belangrijkste investering voor NanoLab@TU/e is een MOVPE-machine (Metalorganic Vapour Phase Epitaxy) van 3,5 miljoen euro. Met dit apparaat kunnen heel gecontroleerd dunne laagjes zogeheten III/V halfgeleidermateriaal worden aangebracht. Dat is nodig om de nieuwe generatie geïntegreerde fotonische chips te maken, waarin digitale informatie wordt verwerkt in de vorm van lichtsignalen. Binnen NanoLab@TU/e zal met name het aan het Institute for Photonic Integration gelieerde JePPIX Technology Center zich hiermee gaan bezighouden.

De toegekende leningen moeten binnen vijf jaar worden besteed, vervolgens krijgt de universiteit vijftien jaar om het bedrag - renteloos - terug te betalen. Dat zijn uiteraard gunstige voorwaarden, geeft Ruud van de Donk, hoofd van de Dienst Financiële en Economische Zaken (DFEZ), toe. Toch is door de lage rentestand het nettovoordeel voor de TU/e beperkt, legt hij uit. “Een dergelijke lening zouden we momenteel tegen een rente van ongeveer één procent kunnen afsluiten.” Gemiddeld zou die lening dus jaarlijks een procent van de helft van het geleende bedrag kosten, rekent hij voor. Dat betekent dat de TOF-lening voor NanoLab@TU/e – als de volledige aflossingstermijn wordt benut – per saldo een waarde van zo’n kwart miljoen euro vertegenwoordigt.