- Student
- 14/06/2016
Doorstuderen is een dure grap als je al een diploma op zak hebt. Voor een tweede bachelor- of masterstudie betaal je al snel veertienduizend euro per jaar. Een tweede medische masteropleiding kan zelfs 32.000 euro kosten.
Veel te duur, vindt de Stichting Collectieve Actie Universiteiten, en waarom zou je aan de ene universiteit twee keer zoveel moeten betalen als aan de andere? Al vijf jaar lang procedeert SCAU tegen acht universiteiten om de hoge tarieven aan te vechten. Maar de strijd lijkt nu vergeefs.
Sinds enkele jaren betaalt de overheid alleen nog voor het eerste bachelor- en het eerste masterdiploma. De onderwijsinstellingen krijgen geen bekostiging meer voor studenten van een tweede studie. Voor hen mogen ze een eigen tarief vaststellen: het instellingscollegegeld.
Maar volgens SCAU waren extreem hoge collegegelden nooit de bedoeling. De universiteiten zouden slechts een kostendekkend tarief mogen vragen, en wat kost nou één student extra in een volle collegezaal? De universiteiten menen daarentegen dat ze alle vrijheid hebben om hun eigen tarieven te stellen en die vinden ze bovendien redelijk: ze moeten de kosten eerlijk over alle studenten verdelen.
Bij de onderwijsrechters van het CBHO krijgt de SCAU geen voet aan de grond. Die vinden dat de universiteiten veel vrijheid toekomt bij het vaststellen van de tarieven en dat ze bovendien redelijke afwegingen maken. De grote verschillen in tarieven zijn volgens de rechters geen punt: je kunt nu eenmaal op allerlei manieren rekenen.
SCAU hoopte dat de civiele rechter zich eens over de kwestie zou willen buigen en voerde daartoe een spervuur van argumenten aan. Het belangrijkste was dat onderwijsrechtbank CBHO alleen toegankelijk is voor studenten. Als een aankomende student een hoog collegegeldtarief wil aanvechten, moet die zich dus eerst inschrijven en daarna gaan procederen. De rechtsbescherming van aankomende studenten zou tekortschieten bij het CBHO.
Dit argument, dat in hoger beroep nog overeind bleef, is nu gesneuveld bij de Hoge Raad. Aspirant-studenten kunnen volgens de hoogste rechters wel degelijk bij het CBHO terecht. Ze moeten dan bij de onderwijsinstelling van hun keuze vooraf een lager collegegeld aanvragen. Als die het verzoek afwijst, kunnen ze ertegen in beroep bij het CBHO nog voor ze aan hun opleiding beginnen.
Voor gewone studenten (in hun eerste opleiding) is het collegegeld aan universiteiten en hogescholen vastgesteld op bijna tweeduizend euro. De TU/e en de TU Delft doen niet aan hoge tarieven en brengen datzelfde bedrag ook aan studenten van ‘volgtijdelijke’ opleidingen in rekening (die een tweede studie doen).
Het kabinet heeft overigens uitzonderingen gemaakt voor omscholing naar het onderwijs of de zorg: voor een omscholing in die sectoren betaalt men het lage tarief (al kun je dus niet twee zorgmasters of twee onderwijsmasters na elkaar tegen het lage tarief volgen, want dat is geen omscholing).
Ook voor dubbelstudenten, die twee of meer opleidingen tegelijk volgen, is een uitzondering gemaakt. Zij betalen slechts één keer het collegegeld. Als ze met de ene opleiding klaar zijn, mogen ze bovendien de andere tegen het lage tarief afmaken.
Discussie