Max Aerts, student Industrial Design en teammanager van FAST (Formic Acid Sustainable Transportation), legt tijdens zijn presentatie uit waarom juist mierenzuur een belangrijke alternatieve energiebron gaat worden. “Batterijen zijn in principe te zwaar en hebben te lange laadtijden. Waterstof heeft hoge druk nodig. Mierenzuur is juist licht en kan onder atmosferische druk worden opgeslagen, wat het opslaan een stuk gemakkelijker maakt”, vertelde Aerts gisteren in het Evoluon.

Er zijn ook praktische zaken die een rol spelen. Mierenzuur zou volgens Aerts gewoon getankt kunnen worden zoals mensen dat nu gewend zijn te doen, en de infrastructuur daarvoor is in principe al aanwezig.

Ook werd gisteren aandacht besteed aan de vraag waarom er voor een bus is gekozen. “We kunnen aan de Tesla zien dat een batterijpakket prima kan werken voor dagelijkse afstanden. Bij grotere voertuigen, zoals bussen, heb je echter grotere batterijen nodig en die worden dan te zwaar”, stelt Aerts.

Vervolgens is het moment daar om het te hebben over ‘The Next Big Step’, zoals FAST het noemt. Technisch manager Max Weetzel, ook studerend bij ID, laat zien wat de studenten uiteindelijk gaan maken: een externe range-extender die aan de elektrische VDL-bus wordt gehangen. Aan boord van deze trailer komt de apparatuur die het mogelijk maakt om mierenzuur om te zetten in elektriciteit.

Afgezet tegen de schaalmodelauto Junior die het team eerder dit jaar bouwde, is dit weer een belangrijke volgende stap. “De 25 kW die de range-extender moet gaan opwekken, is ongeveer een factor 1000 meer vermogen dan nodig was voor Junior. Dit is op deze schaal nog nooit gedaan”, claimt Weetzel. Met een rekensommetje valt vervolgens af te leiden dat de totale energiedichtheid van het mierenzuurfabriekje behoorlijk hoog ligt: 1.6 kWh/kg ten opzichte van 0.14 kWh/kg voor een batterij.

Gevraagd naar de keuze voor het bouwen van een range-extender in plaats van het ombouwen van een bus antwoordt student Technische Bedrijfskunde en marketingmanager Tim van Lohuizen: “Het gaat ons om de techniek. Als je een hele bus of auto om moet bouwen, moet je ook gaan nadenken over het uiterlijk en het aanpassen van het interieur. We willen vooral aantonen dat de techniek werkt en dit zo goed mogelijk kunnen laten zien. In een trailer hebben we zelf de mogelijkheden en ruimte om dit goed te kunnen doen.”

Door middel van crowdfunding is het nu ook mogelijk om zelf een steentje bij te dragen aan FAST. ‘First Supporter’ Steef Blok, directeur van het TU/e Innovationlab, roemde de toewijding van het team dat in zijn gebouw, het Multi Media Paviljoen, is gehuisvest. “Ik ben daar altijd als eerste en ik ga als een van de laatsten weg, maar zij zijn er altijd!”

Bovendien vertelde Blok een opmerkelijke anekdote. Hij beweerde door de Partij van de Dieren te zijn gebeld met de vraag of de TU/e wel een vergunning had voor dierproeven. Vanzelfsprekend kreeg hij hiermee de lachers op zijn hand.