Ze kan “niet vaak genoeg benadrukken” dat universiteiten hun studenten goed onderwijs moeten geven, schrijft Bussemaker aan de Tweede Kamer. De minister reageert op een verontrustende peiling van het Promovendi Netwerk Nederland en het Interstedelijk Studenten Overleg onder 257 promovendi. Eén op de drie promovendi is zonder enige voorbereiding begonnen met lesgeven, blijkt daaruit, en bijna de helft van hen vindt de begeleiding bij hun onderwijstaken onvoldoende. 

Bussemaker hamert er al langer op dat onderwijs meer aanzien moet krijgen aan de universiteit. Daarom heeft ze de Comeniusbeurzen voor onderwijsontwikkeling in het leven geroepen. Die zijn bestemd voor docenten met goede onderwijsplannen.

Nu kunnen medewerkers van universiteiten eigenlijk alleen hogerop komen door uit te blinken in wetenschappelijk onderzoek of door bestuurstaken op zich te nemen. Onderwijs is een ondergeschoven kindje. Binnenkort laat de minister aan de Tweede Kamer weten hoe ze daarin verandering wil brengen.

Overigens zijn de universiteiten uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun docenten, stelt Bussemaker. Ze lijkt voorlopig niet van plan om harde eisen te stellen aan de didactische scholing van promovendi.