Van bloed naar beeldscherm
Zelf een supersterke vezel maken van vloeibare kristallen met een spuitje in een bekerglas. Het was een toepasselijke afsluiting van de publieksochtend van de workshop Playing Colloidal Mikado, georganiseerd door het Europese netwerk DiStruc. Het publiek in de Zwarte Doos werd voorafgaand aan de demonstratie bijgepraat over het vakgebied van DiStruc: vloeibare kristallen en andere zogeheten colloïden - deeltjes van ongeveer een micrometer.
De ochtend begon met een presentatie van de in Oxford werkzame wetenschapper Roel Dullens, waarin het publiek werd ingeleid in de wondere wereld van de colloïden. Alle deeltjes beduidend groter dan moleculen en flink kleiner dan een zandkorrel mag je zo noemen, ongeacht waar ze van zijn gemaakt. Meestal zijn ze te vinden in een vloeibaar medium, vertelde Dullens. Als voorbeeld van dergelijke colloïdale systemen noemde hij melk, bloed, klei en verf, maar ook de edelsteen opaal, waarin de kleine deeltjes - ter grootte van de golflengte van licht - zorgen voor de mooiste kleurcombinaties.
Vervolgens schakelde de spreker naar zijn laboratorium in Oxford, waar zijn collega Arran Curran via een Skype-verbinding demonstreerde hoe ze ter plekke onderzoek doen aan colloïde deeltjes. “Colloïden zijn net moleculen, maar dan groot genoeg om ze te kunnen zien, en zelfs te kunnen volgen onder de microscoop”, was zijn boodschap. Hoe dat gebeurt, kon het publiek live volgen op het grote scherm: een mooi staaltje van ‘presenteren 3.0’. “Kun je overschakelen naar de confocale opstelling? En zoom eens in op het objectief?” Na de presentatie van Dullens gaf ‘éminence grise’ van het onderzoek aan vloeibare kristallen David Dunmur een overzicht van de ontwikkeling van deze bijzondere colloïden, het best bekend van de lcd-beeldschermen, sinds de ontdekking aan het einde van de negentiende eeuw. Dat vloeibare kristallen ook nog andere toepassingen hebben, werd overduidelijk door de ‘hands-on’-demonstratie van de firma Teijin Aramid uit Arnhem, één van de industriële partners binnen DiStruc. Na de presentatie van Dunmur werd een tafel met glaswerk de filmzaal binnengereden. De aanwezigen mochten zelf een spuitje met vloeibare kristallen leegspuiten in een bekerglas met zout water. Met enige vaardigheid leverde dat meterslange vezels op, die op de tafel werden uitgestald. Organisator Paul van der Schoot, zelf colloïde-theoreticus, legt uit dat binnen DiStruc vijftien promovendi worden opgeleid, van wie twee onder zijn begeleiding. “Er zijn negen instellingen aangesloten bij het netwerk, waaronder vier bedrijven. Een belangrijk doel is dan ook om de promovendi zowel academisch als technologisch te scholen.” De theoretici nemen een kijkje in de industriële labs, zegt hij, en de bedrijven komen op bezoek bij universiteiten. “Zo hopen we een nieuwe generatie onderzoekers te kweken die de taal van beide werelden spreken. De Europese Unie vindt het daarnaast heel belangrijk dat burgers kunnen zien waar hun belastinggeld aan wordt uitgegeven; vandaar deze publiekslezingen.”
Discussie