Servaas Kokkelmans, universitair docent  Coherence and Quantum Technology mag de beurs inzetten voor zijn onderzoek ‘van neutronenster naar kwantumcomputer’. Een korte samenvatting van zijn onderzoek; ‘De zeer dichte kern van een neutronenster bestaat uit sterk wisselwerkende deeltjes. De onderzoekers bootsen dezelfde condities na op aarde in een ultrakoud kwantumgas, en dragen hiermee bij aan de ontwikkeling van nieuwe kwantummaterialen en kwantumcomputers.’

Jan Draisma, universitair hoofddocent met leerstoel Discrete and Applied Algebraic Geometry, kan de Vici-beurs besteden aan zijn onderzoek naar ‘Stabilisatie in algebra en geometrie’. Een beknopte uitleg van zijn  onderzoek: ‘Een mier die rondloopt op een vlakverdeling van Escher, merkt na een poos dat hetzelfde patroon zich blijft herhalen. Soortgelijke herhaling treedt op in grote stelsels niet-lineaire vergelijkingen, die laag-dimensionale modellen beschrijven voor hoog-dimensionale data. Wij ontwikkelen methoden om zulke patronen op te sporen en uiteindelijk te gebruiken voor efficiëntere data-analyse.’

Dit jaar deden 215 wetenschappers een gooi naar de felbegeerde beurzen van onderzoeksfinancier NWO. Vrouwen waren iets succesvoller dan mannen: 17 procent boekte succes, tegen 14 procent van de mannen. Met het geld mogen de 32 laureaten de komende vijf jaar een eigen onderzoeksgroep opbouwen. Universiteit Leiden sleept de meeste beurzen in de wacht. Het zijn er vijf, plus twee voor het universitaire ziekenhuis LUMC. Universiteit Utrecht krijgt er vier, plus één voor het UMCU.

De beurzen horen bij een stelsel van NWO-subsidies voor wetenschappelijk talent: de Vernieuwingsimpuls. Eerst komen de Veni-beurzen voor recent gepromoveerde wetenschappers, dan de Vidi-beurzen en uiteindelijk, voor een select gezelschap, de Vici-beurzen.

Per vakgebied beoordelen commissies van wetenschappers de aanvragen, waarbij ze de hulp inroepen van externe deskundigen. Ook ondervragen ze de kansrijke aanvragers over hun plannen.

In de beoordeling weegt mee wat de wetenschapper al eerder heeft gepresteerd, hoe vernieuwend het voorstel is, hoe groot de impact vermoedelijk zal zijn. Tegenwoordig weegt ook de mogelijke ‘kennisbenutting’ enigszins mee.

Toekenningen per universiteit/instituut: