Hoogleraar Kees Goossens van Electrical Engineering neemt al vanaf het begin van dit collegejaar digitaal toetsen en tentamens af, waarbij hij werkt met usb-sticks die elke keer vooraf worden uitgereikt aan de deelnemende studenten. Na afloop wordt elke stick weer ingenomen en zijn de resultaten direct bekend. Het is een methode die Goossens  en wetenschappelijk programmeur Martijn Koedam zelf ontwierpen.

De reden dat Goossens tot dit eigen initiatief kwam, is terug te voeren op het sterk toegenomen aantal studenten dat zijn vak Computation volgt. In 2013 waren dat er nog  208, maar inmiddels volgen 380 studenten het vak. Aan het nakijken van met name de tussentoetsen was hij steeds meer tijd kwijt. 

Bij Goossens booten de studenten in op de server met gebruikmaking van een usb-stick. Ze doen dit vanaf hun eigen laptop, wat in de meeste gevallen de laptop is die ze aan het begin van het studiejaar hebben aangeschaft via de TU/e. Op de server krijgen ze enkel toegang tot de tentamenstof en de rest van het internet is niet meer toegankelijk. Volgens Goossens een veilige, fraudebestendige methode, die zich inmiddels bewezen heeft en die volgens hem ook door andere docenten makkelijk zou zijn toe te passen. “Maar dat is iets wat ik niet zelf wil gaan organiseren, want ik vind dat dit centraal moet worden opgepakt.”

Bij het Onderwijs en Studenten Service Center (STU) werkt Floris Verhagen met advies van Huub de Hesselle (medewerker ict-strategie & -beleid) en Ludo van Meeuwen (adviseur toetsen & beoordelen) al enige tijd aan dit onderwerp. Daaruit volgde een uitgebreide risicoanalyse op het gebied van digitale toetsing met studentenlaptops. Verhagen deed ook onderzoek naar een methode waarbij geen usb-stick gebruikt hoeft te worden. Bij de methode die Goossens gebruikt, zag Verhagen de logistiek -het ophalen, uitdelen en innemen van de usb-sticks- als een mogelijk obstakel voor docenten om dit te gaan gebruiken. 

Deze week spraken Verhagen en Goossens met elkaar over welke methodes zij als meest werkbare zien en hadden ze overleg met medewerkers van ICT Services over de haalbaarheid en de mogelijkheden binnen het netwerk. Verhagen en Goossens hopen dat nog voor de zomervakantie pilots gedraaid kunnen worden. Dat is volgens Verhagen vooral afhankelijk van het vinden van een geschikte ontwikkelaar die met de doorontwikkeling kan beginnen. Verhagen: “Inmiddels heeft ook SURF, de Nederlandse ICT-samenwerkingsorganisatie van het onderwijs en onderzoek, aangegeven geïnteresseerd te zijn bij te dragen in de verdere ontwikkelingen.”