Gelegen in het ‘verre Oosten’ is dit met slechts vierenhalf uur tijdverschil het dichtste bij voor Nederlanders die graag naar Amerika willen. St. John's heeft zo'n tweehonderdduizend inwoners en is daarmee vergelijkbaar met Eindhoven, maar daar houden de overeenkomsten al snel op. Zo is St. John's de grootste stad op het eiland Newfoundland (/Njuuwfun(d)LANd/), een gebied ter grootte van Hongarije.

En wat is nou een betere plek om de oceaan te bestuderen dan in dit vissersstadje? Samen met een Rus en een Chinees bestudeer ik oceaanverschijnselen met behulp van een roterende bak die de rol aanneemt van een draaiende aarde. Ons laatste experiment draaide om (pun intended) het vinden van kleinschalige wervels onder invloed van een verticale stroming. Met een groot temperatuurverschil creëerden we convectiecellen door de afkoeling aan de bovenkant. De theorie krijgen we geleerd. Het echt zien en meemaken is veel leuker.

Wat ik ook echt wilde zien en meemaken, was de natuur hier. Qua dieren heb ik een vosje van dichtbij laten schrikken, een wezeltje gespot en vanaf de kust zelfs een paar walvissen in zee gezien. In de lente kun je hier ijsschotsen voorbij zien komen, zo kun je je gemakkelijk voorstellen waarom de Titanic hier vlakbij is gezonken.

Naast grote huizen, wegen, auto's en pindakaaspotten hebben de afmetingen hier nog een groot pluspunt: de grote biertjes. In plaats van een simpel fluitje drinken mensen hier pints, ook speciaalbier! Als lid van de BierBrouwCie kan ik dit alleen maar goedkeuren.

Cheers!