De bedoeling is dat uitzendingen grotendeels geautomatiseerd worden gevuld, legt initiatiefnemer Linnartz uit. Sinds vorig jaar is de deeltijdhoogleraar al betrokken bij een experiment met digitale radio in het Belgisch-Nederlandse grensgebied rond Maastricht. In dat project wordt het idee van de ‘inverted studio’ onderzocht. De gedachte hierachter is dat de uitzendingen niet meer in een studio worden gemaakt, maar vanuit de ‘cloud’ worden afgespeeld.

“In mijn studententijd heb ik radioprogramma’s gemaakt voor de regionale omroep in Limburg”, vertelt Linnartz. “Alles speelde zich toen in de studio af, maar dat is door de nieuwe internettechnologie niet meer nodig.” Medewerkers van het nieuwe station - in Linnartz’ plannen voornamelijk vrijwilligers - kunnen hun bijdragen van willekeurige locaties uploaden. “Het leveren van een bijdrage zou niet veel ingewikkelder moeten zijn dan het plaatsen van een bericht op Facebook.”

De eerste horde die moet worden genomen, is het vinden van een geschikte locatie voor de benodigde zendantenne, zegt Linnartz. Daarbij gaat het om een betrekkelijk lange constructie, legt hij uit. “Ideaal zou een verticaal geplaatste draad zijn van zo’n honderd meter – een kwart van de golflengte van het signaal bij de betreffende frequentie. Er zijn wel trucs om die lengte te beperken, maar met een antenne van een paar meter komen we er niet.”

Het benodigde uitzendvermogen is daarentegen te overzien. Zo'n vijftig watt (het vermogen van een ouderwetse gloeilamp) is voldoende om de volledige regio Eindhoven te bestrijken. “Het vermogen dat je nodig hebt voor een radiozender, schaalt met de vierde macht van de afstand”, legt de expert uit. “AM-zenders met een landelijk bereik verbruiken een enorm vermogen; dat is de reden dat bijna alle landelijke AM-zenders inmiddels zijn uitgezet. Afgelopen mei is de frequentieband 747 - waar NPO Radio 5 op uitzond - daarom opgedeeld in kleine, regionale stukjes. Wij zijn er in geslaagd om de machtiging voor onze regio te verkrijgen. Die kunnen we bedienen met een tienduizendste van het vermogen dat Radio 5 gebruikte.”

De hoogleraar is in gesprek met de faculteit Electrical Engineering om te kijken of de techniek van het nieuwe station wellicht onderwerp zou kunnen zijn van onderwijsprojecten. Het plan is dat de programma’s op termijn niet alleen analoog en via internet worden uitgezonden, maar dat het signaal ook digitaal via de middengolf wordt verspreid. “Ook daarvoor hebben we in principe toestemming. Dan hebben we het over geluid cd-kwaliteit; met name in India wordt dat op dit moment uitgerold. Maar we verwachten dat de meeste mensen ons via internet zullen beluisteren.”

Voor de inhoud van de programmering zoekt Linnartz samenwerking met de studenten- en expatgemeenschappen in en rond Eindhoven. Het regionale nieuwsplatform E52, dat zich richt op een vergelijkbare doelgroep, gaat in ieder geval samenwerken met het nieuwe radiostation. Doordat het station voornamelijk op vrijwilligers zal draaien en goeddeels automatisch verloopt, verwacht hij dat de bedrijfskosten vrij laag zullen blijven. “Hopelijk krijgen we wat sponsoring vanuit de doelgroep; wat mij betreft zenden we geen reclame uit als dat niet nodig is.”

De planning is dat het radiostation dit najaar nog van start zal gaan.