Advocaat Lodewijk Hox, werkzaam voor collega Flip Schreurs die vrijdag door de rechtbank is aangesteld als bewindvoerder voor De Tuimelaar, is stellig: wat hem betreft gaan de deuren van het kinderdagverblijf ook na 31 mei niet dicht. “Tenzij ouders hun kinderen nu, vanwege de onrust, opeens massaal bij De Tuimelaar zouden weghalen en elders onderbrengen - dan houdt het op.”

Hox, die momenteel het woord voert namens de bewindvoerder en het bestuur van De Tuimelaar, zegt goed te begrijpen dat de maatregel die vrijdag is genomen, bij ouders tot onrust heeft geleid. “Kinderen hebben voor ouders, terecht, de allerhoogste prioriteit.” Maar, zo benadrukt hij: “De Tuimelaar is er op tijd bij. Natuurlijk is het geen gemakkelijk besluit, maar het bestuur heeft goed en tijdig gehandeld”.

Onzekerheid over een nieuwe locatie, een klantenbestand met relatief veel baby’s (“relatief dure klantjes”), veranderingen in de fiscale voorwaarden vanuit de overheid; het is volgens Hox een combinatie van factoren die De Tuimelaar dreigt te nekken en die het ook andere kinderdagverblijven de laatste jaren moeilijk heeft gemaakt. “De Tuimelaar had het geluk dat het beschikte over een groot eigen vermogen, dat ze de afgelopen jaren heeft kunnen aanwenden om de problemen zolang het hoofd te bieden.”

De aangevraagde surseance (uitstel) van betaling geeft De Tuimelaar nu bovenal even meer rust en tijd om een oplossing te vinden, verduidelijkt Hox. “Oude verplichtingen worden met een surseance even opgeschort, maar aan nieuwe verplichtingen moet je intussen wel kunnen blijven voldoen.

De oplossing die Hox op korte termijn (“dan denk ik eerder aan weken dan aan maanden”) hoopt te vinden, is het onderbrengen van De Tuimelaar bij een grotere organisatie, “zodat de belangen van kinderen, ouders en personeel gewaarborgd zijn”. Want, zo stelt hij: “Natuurlijk kunnen er best nog zelfstandige kinderdagverblijven bestaan, maar over het algemeen is het toch meer van deze tijd dat kinderopvanglocaties deel uitmaken van een groter geheel”.

Onzekerheid

Het kinderdagverblijf heeft de afgelopen maanden al met verschillende partijen gesprekken gevoerd over een mogelijke overname. Welke partijen dit zijn, wil Hox niet zeggen.

Dat die gesprekken nog geen oplossing hebben opgeleverd, hangt volgens de advocaat onder meer samen met onzekerheid over de huisvesting van De Tuimelaar, dat op niet al te lange termijn weg moet uit haar huidige onderkomen aan de noordoostkant van de campus. In Potentiaal, dat momenteel wordt verbouwd tot woontoren, wordt ruimte voor een kinderdagverblijf gerealiseerd - maar of De Tuimelaar in ongewijzigde omstandigheden hierin haar intrek mag nemen, is volgens Hox nog onduidelijk.

Een ander lastig punt van onderhandeling is het overnemen van het complete personeelsbestand van De Tuimelaar door een nieuwe partij. “Ik vind het niet sjiek om uit te wijden over individuele gevallen, maar het personeelsdossier bevat een aantal specifieke problemen die een volledige overgang in de weg staan. Daarmee neem je als gegadigde een bepaald risico.” Hox acht de kans daarom groot dat De Tuimelaar uiteindelijk wordt overgedragen vanuit de situatie van een faillissement, omdat een nieuwe partij het personeel dan niet (volledig) hoeft over te nemen.

Maar, zo leerde hij ook: “Ouders hebben mij maandag heel erg duidelijk gemaakt dat zij, los van de locatie dichtbij hun werk, óók voor De Tuimelaar kiezen vanwege de mensen die er werken. Er is een duidelijke synergie tussen de kinderen en het personeel, en het belang daarvan wil ik ook proberen over te brengen op eventuele gegadigden.”

Hox hoopt dat ook de TU/e, verhuurder van het pand, het belang van De Tuimelaar wil onderschrijven: “Als de universiteit uitspreekt dat zij De Tuimelaar belangrijk vindt en een doorstart in een bepaalde vorm ondersteunt, kunnen wij daar absoluut mee uit de voeten. Dan bewegen de raderen toch wat gemakkelijker”.

Niet speculeren

Het College van Bestuur laat bij monde van bestuurswoordvoerder Barend Pelgrim weten kinderopvang een “heel belangrijke voorziening” voor de universiteit te vinden. Het bestuur wijst daarbij wel op de feitelijke formele relatie tussen De Tuimelaar en de TU/e: die van huurder en verhuurder, “niet van exploitant of eigenaar. In die zin willen we dit proces graag bij De Tuimelaar houden en onszelf er niet inhoudelijk mee bemoeien”.

In hoeverre het College van Bestuur zich in geval van een mogelijk negatief scenario echt hárd wil en kan maken voor behoud van De Tuimelaar, bijvoorbeeld omdat een overnemende partij de TU/e als opvanglocatie niet zou zien zitten? “Daarover gaan we nu niet speculeren.”