“Democratie is een groot goed, daar weten ze in Oekraïne alles van”, zegt PvdA-minister Jet Bussemaker van Onderwijs. Daarom wil ze graag dat alle studenten woensdag naar de stembus gaan.

Is het referendum voor studenten belangrijk genoeg?
“Studenten zijn met zeshonderdduizend. Ik zou tegen hen willen zeggen: jullie kunnen met zijn allen het verschil maken tussen ja en nee. Als je solidair bent met studenten en leeftijdsgenoten in Oekraïne, dan is het logisch om ja te zeggen tegen het verdrag.”

Weten we genoeg om over zo’n ingewikkeld verdrag te stemmen?
“Er zijn stemwijzers, kranten schrijven er uitgebreid over… Maar de hoofdlijn is simpel: het akkoord gaat over internationale handel en samenwerking. Je hoeft heus niet alle ins en outs te kennen om daar vóór te zijn. Het verdrag gaat niet over lidmaatschap van de Europese Unie.”

Sommige mensen vinden het referendum onzinnig en willen niet stemmen, zodat de opkomst onder de dertig procent blijft.
“Dan moet je maar net verwachten dat al die andere miljoenen burgers ook niet gaan stemmen. Ik denk dat we de dertig procent wel gaan halen. Zorg liever dat er een duidelijk geluid vanuit studenten komt.”

Verwacht u dat het hoger onderwijs iets van het akkoord merkt?
“De overeenkomst kan tot nieuwe samenwerkingsverbanden leiden. Het zal niet storm lopen, maar voor niches is het toch interessant. Oost-Europese landen zijn bijvoorbeeld sterk in wis- en natuurkunde. Of denk aan Slavische talen wellicht. Het verdrag kan voor sommige wetenschappers een meerwaarde hebben. Verder kunnen studenten uit Oekraïne makkelijker hier komen studeren. Dat heeft ook betekenis voor onze studenten. Het is een verrijking voor iedereen als culturen met elkaar in aanraking komen.”

Zullen er veel studenten van Oekraïne naar Nederland komen?
“We hebben een tijd gekend dat we veel Russische studenten hadden, en die zijn er nog steeds wel. Dus waarom zouden er geen studenten uit Oekraïne hierheen willen komen? In de stroom van handel en politieke hervorming zal ook sociale samenwerking tussen allerlei soorten instellingen ontstaan, ook in het hoger onderwijs. Als je dat allemaal niet wilt, moet je tegen stemmen. Stem anders vooral vóór.”