Sluitstuk | Kloppend hart voor onderzoek én onderwijs
Na een hartinfarct ondervinden patiënten vaak blijvende schade door afgestorven hartweefsel. BMT-studente Maaike van den Boomen studeerde deze zomer af op onderzoek naar een injecteerbare gel die deze schade mogelijk kan verminderen. Ook middelbare scholieren profiteren van haar project: ze vertaalde gebruikte analysetechnieken naar een uitdagende wiskundeles.
Vlak voor haar vertrek naar Boston, waar Maaike van den Boomen de komende zeven maanden onderzoek gaat doen, kunnen we haar door een vertragend akkefietje op de Amerikaanse ambassade - het aangevraagde visum kon niet op tijd geleverd worden; een wereldwijde storing, zo bleek later- nog spreken in een verder verlaten Auditorium. Recent studeerde Maaike af aan de faculteit Biomedische Technologie, als een van de laatste studenten van de ter ziele gaande vakgroep Biomedical NMR.
“Ik startte met een injecteerbare gel, ontwikkeld in een samenwerkingsproject tussen professor Bert Meijer en Patricia Dankers. Deze gel - vloeibaar bij injectie en stollend in het lichaam - heb ik als drager gebruikt om groeifactoren op de juiste plek in het hart te krijgen. Tijdens een infarct sterven bloedvaten af waardoor hartcellen zuurstofgebrek oplopen en ook het hartweefsel afsterft. De geïnjecteerde groeifactoren moeten nieuwe bloedvatgroei stimuleren, waardoor de doorbloeding hersteld wordt.”
Om de doorbloeding en hartfunctie na injectie te volgen met een nieuwe MRI-techniek klopte Maaike aan bij de groep van Klaas Nicolay. Ze spendeerde vervolgens zoveel tijd op de High Tech Campus dat ze uiteindelijk in deze vakgroep afstudeerde. Daarnaast legde ze contacten met de faculteit W&I en Elektrotechniek om de beelden te analyseren. “Ik word heel enthousiast van multidisciplinair onderzoek. Het is mooi om te zien hoe je met hetzelfde onderwerp bezig kunt zijn, maar toch op een totaal andere golflengte kunt zitten. Met zoveel visies kom je juist tot out of the box ideeën.”
“De eerste stap naar een nieuwe regeneratieve therapie”
De resultaten van haar studie zijn veelbelovend. Uit de beeldanalyse blijkt dat de geïnjecteerde gel de doorbloeding sterk verbetert, geen negatieve invloed heeft op het bestaande hartweefsel en de samentrekkende hartbeweging niet verandert. Het is daarom extra zuur dat het onderzoek waarschijnlijk stopt met het opheffen van de Biomedical NMR-groep. Maaike: “Het is de eerste stap naar een nieuwe regeneratieve therapie. De effecten zijn zo positief dat gekeken wordt of het onderzoek meteen van muis- naar varkensmodel opgeschaald kan worden. Maar het vergt veel regelwerk om daar bij een andere vakgroep mee verder te gaan. Bovendien missen we dan de noodzakelijke imaging technieken.”
Ze is ondertussen nog druk bezig met de publicatie van een paper, dat de kansen op vervolgonderzoek moet vergroten. Daarnaast heeft Maaike met haar project ook al havo- en vwo scholieren in de regio aan het werk gezet. “Tijdens de lerarenopleiding die ik volgde voordat ik met mijn master begon heb ik Bèta Boomen opgericht. Ik bied samen met geïnteresseerde TU/e-studenten modules aan, gebaseerd op TU/e-onderzoek, die scholieren de toepassing van techniek laat zien. Toen ik zelf les gaf, merkte ik hoe je een lastige natuurkundeles kunt verlevendigen aan de hand van een GLOW-rondleiding. Door even buiten het standaard curriculum te stappen breng je scholieren op een andere manier in aanraking met techniek, wat vaak verrassend uitpakt. Zo heb ik ook mijn beeldverwerkingstechnieken ingezet: hoe kunnen we kijken of een hart goed functioneert? Door oppervlaktes te berekenen - een lesje integraalrekenen dus - kunnen ze zien of een patiënt beter wordt door een bepaalde behandeling.”
Hoewel Maaike veel energie krijgt van onderwijsontwikkeling en het zelf voor de klas staan, trekt het onderzoek te hard. “Ik heb me tijdens mijn afstudeerproject als een vis in het water gevoeld. In Boston wil ik nu uitzoeken of ik specifiek in dit topic, of onderzoek in het algemeen geïnteresseerd ben. Ik zou graag willen promoveren, maar dan wel weer in een multidisciplinair project. Onderzoek en onderwijs, dat is voor mij de ideale combinatie.”
Discussie