- Student , Onderzoek
- 16/09/2015
Het hbo krijgt er komend jaar negen miljoen euro bij en het wetenschappelijk onderwijs kan 1,1 miljoen extra tegemoet zien, staat in de begroting van het ministerie van Onderwijs. Dat geld vloeit voort uit afspraken die de overheid twee jaar geleden heeft gemaakt met vakbonden, werkgevers en onderwijsinstellingen (het Nationaal Onderwijsakkoord).
Maar deze bedragen vallen in het niet bij de jaarlijkse tweehonderd miljoen euro die hogescholen en universiteiten uit hun eigen reserves moeten halen, vooruitlopend op de opbrengst van het nieuwe leenstelsel.
Die miljoenen van het nieuwe leenstelsel, waarin de basisbeurs is afgeschaft, staan overigens nog niet in de begroting voor de komende jaren. Vanaf 2018 zou het kabinet extra gaan investeren in het hoger onderwijs, maar in de geplande uitgaven tot 2020 is dat nog niet zichtbaar.
Het kabinet had dit jaar overigens extra geld te verdelen, want de economie groeit weer. Het hoger onderwijs kijkt waarschijnlijk met enige afgunst naar de begroting van het ministerie van Economische Zaken. Het kabinet gaat onderzoek en innovatie goedkoper maken voor bedrijven en trekt daar honderd miljoen euro voor uit. Maar hogescholen en universiteiten kunnen niet van deze fiscale maatregelen profiteren, ook niet als ze samenwerken met bedrijven. Vorig jaar zijn ze op dit vlak buitenspel gezet.
Voor de veel besproken Nationale Wetenschapsagenda is geen bedrag gereserveerd, ook al verwacht het kabinet er veel van. Burgers, wetenschappers en belanghebbenden hebben in het voorjaar zo’n elfduizend vragen voor de wetenschap ingediend, die eind november zullen uitmonden in een ‘agenda’. Het kabinet hoopt dat deze voor meer “focus op wetenschappelijke sterktes” zal zorgen en dat de “maatschappelijke en economische impact” vergroot wordt.
Er worden de komende jaren overigens iets minder studenten verwacht, vooral in het mbo. Dat betekent een meevaller van 48 miljoen euro, aldus het ministerie.
Discussie