De FNV heeft niet meegewerkt aan het akkoord over loonruimte in de publieke sector en de aanpassing van de pensioenen. Daardoor zouden de afspraken tussen overheid, werkgevers en andere vakbonden niet rechtsgeldig zijn, betoogde de FNV voor de rechter.

Volgens de wet hebben werknemers immers recht op collectieve onderhandelingen over hun arbeidsvoorwaarden. De FNV is de grootste vakbond en heeft het akkoord niet ondertekend. Dan is dat recht geschonden, redeneerde de vakbond.

Maar daar is de rechter het niet mee eens. De vakbond koos er zelf voor om van de onderhandelingstafel weg te lopen. Uiteindelijk is er met de vereiste meerderheid van stemmen tot de aanpassing van de ABP-pensioenen besloten, ook al gebeurde dat buiten de normale overlegstructuren.

De loonruimteovereenkomst is uniek, omdat hierin gelijktijdig loon- en pensioenafspraken zijn gemaakt. Normaal gesproken worden die afspraken aan verschillende ‘overlegtafels’ gemaakt, erkent ook de voorzieningenrechter. Maar ook “buiten de formele overlegstructuren” kun je open en reëel onderhandelen, meent de rechter. En dat zou zijn gebeurd.

De FNV heeft meteen aangekondigd in hoger beroep te gaan. De vakbond houdt op 14 oktober een referendum over de aanpassing van de pensioenen om te peilen hoe de ABP-deelnemers erover denken.