Emile Aarts, die op 1 april 2013 aantrad als decaan bij W&I, wordt door studenten en collega's geroemd om zijn innovatieve manier van denken op het gebied van management. Donderdagmiddag is op vloer 4 van MetaForum de opkomst groot wanneer Aarts zijn faculteitsgenoten informeert.

Zijn overstap naar Tilburg komt voor velen als een verrassing. Niet vreemd, want nog maar een uur daarvoor zijn ze via de mail uitgenodigd voor de bijeenkomst. Toch zong zijn aanstaande benoeming al een paar dagen rond. Onder andere het Tilburgse universiteitsblad Univers plaatste al op dinsdag een bericht op de site. Dit tot ergernis van Aarts die het aantal belletjes, mailtjes en hits op zijn LinkedIn-pagina razendsnel zag stijgen, terwijl de deal volgens hem op donderdagochtend pas écht beklonken was.

Aarts spreekt van een moeilijk besluit. “Ik zit hier in een geweldige omgeving, met een groeiende en bloeiende faculteit, het lichtinstituut dat echt een pareltje in de kroon van de universiteit is, en de component Data Science die qua impact en afmeting nog veel gróter gaat zijn.” Hij wijst op het “enorme elan” dat volgens hem binnen de faculteit is ontstaan, de sterkere samenwerking tussen de poten wiskunde en informatica, de verbeterde communicatie en de opener sfeer. Daarbij roemt hij vooral de zogeheten ‘Department Dialogues’, “waarvoor we elke week met de hele faculteit bij elkaar komen en waar drie mensen kort iets vertellen over zichzelf en hun werk. Dat is echt heel leuk. Je kunt veel beter samenwerken als je wat meer weet van elkaars achtergrond”.Een headhunter benaderde Aarts voor de Tilburgse post. Zijn ultieme carrièredoel was het volgens de decaan niet, “maar het rectoraat stond zeker op mijn wensenlijstje”. Het Eindhovense rectoraat -Hans van Duijn geeft eind volgende maand het stokje door aan Frank Baaijens- had hem “ook wel leuk geleken. Ik ben ook wel in beeld geweest toen de longlist werd samengesteld, maar ik heb bijvoorbeeld geen gesprekken met de commissie gevoerd”. Hij gaat straks met plezier de uitdaging in die andere Brabantse universiteitsstad aan. “Wat ik een paar jaar terug hier aan de faculteit aantrof, tref ik straks ook in Tilburg aan: je ziet heel veel getalenteerde mensen, maar het werkt nauwelijks samen. Daarbij heb je te maken met de ambities van de provincie, de druk op de middelen - als je dat allemaal goed op elkaar afgestemd krijgt en je krijgt elan in zo’n organisatie, dan heb je veel lol met mekaar. En het wordt er béter van.” Zijn profiel, waarin het academische en “het meer bedrijfsmatige” verweven zijn, past daar volgens Aarts goed bij. Hij draagt zijn faculteit straks naar eigen zeggen met een gerust hart over aan zijn -nog te vinden- opvolger. “Er ligt een stevige basis qua processen en visieontwikkeling; ik vind dat de faculteit verder kan zonder mij.” Bestendiging en het budget van 2016 goed rond krijgen; dat zijn volgens Aarts de voornaamste aandachtspunten voor zijn opvolger. “2016 wordt financieel een wat moeilijker jaar. De inkomstenstructuur van een universiteit is zodanig dat je pas na twee, drie, vier jaar beloond wordt voor je investeringen. Dat moeten we nu opvangen, terwijl we wel al begonnen zijn met allemaal nieuwe dingen. Dit is typisch een periode waarin de werkdruk heel hoog is, terwijl de revenuen die we daardoor binnenhalen, nog wat achterblijven. Dan moet je het voor een groot deel doen met de spirit.” In 2017 en 2018 is de faculteit volgens Aarts “financieel zo gezond, dat er echt over substantiële investeringen gepraat kan worden”.In zijn nieuwe functie hoopt hij ook als bruggenbouwer te kunnen fungeren tussen Tilburg en Eindhoven om bestaande en nieuwe samenwerkingsverbanden op gang te krijgen. "Dat zal ook zeker een van de redenen in Tilburg zijn geweest om mij aan te trekken."