Vooral aan dat laatste (oké, en aan dat eerste) heb ik veel tijd besteed de afgelopen maanden. Ik heb een semester doorgebracht bij het Interactive Institute, een design research instituut met studio’s over heel Zweden.

Ik werkte vanuit Stockholm mee aan het EU-gefundeerde CELSIUS project, waarvan het Interactive Institute één van de 21 (!) over Europa verspreide partners is. Het doel van het project is om te demonstreren wat de voordelen van stadsverwarming zijn. Het is namelijk een zeer energie-efficiënt systeem met veel mogelijkheden, bijvoorbeeld in het gebruiken van ‘rest’-warmte van industrie, metrosystemen, et cetera. Het Interactive Institute verricht vooral werk met betrekking tot de eindgebruiker.

Stadsverwarming wordt centraal geregeld. Dit betekent bijvoorbeeld voor een bewoner van een appartement dat de conciërge van het complex voor alle bewoners bepaalt wat de temperatuur van het gebouw is - nogal een andere situatie dan wanneer je een eigen thermostaat hebt! Om te begrijpen wat er precies verandert en om hiervoor te ontwerpen, heb ik onderzoek gedaan naar wat mensen precies doen om warm te blijven in huis en hoe dat verschilt in de EU-landen.

Het was heel leerzaam om te zien hoe er op zo een ingezoomde en mensgerichte aanpak werd gereageerd door de verschillende (vaak veel technischere) partners. Zo mocht ik naar Londen om daar een deel van mijn onderzoek te doen. Dat maakte het semester nog internationaler, en dat allemaal met dropjes binnen handbereik. Ideaal!