In de top van de algemene ranglijst staan vrijwel uitsluitend Amerikaanse universiteiten, plus de Britse universiteiten van Cambridge en Oxford. Verder dringt alleen de technische universiteit van Zürich tot de beste twintig door.

De eerste Nederlandse universiteit is Utrecht op plaats 56. Ook Groningen, Leiden en de Vrije Universiteit staat in de top honderd. Het bevestigt de goede wetenschappelijke reputatie van Nederlandse universiteiten. Op de algemene ranglijst behoudt de TU/e globaal haar positie; ze gaat van plaats 320 naar plaats 315. 

De Shanghai Ranking -officieel Academic Ranking of World Universities (ARWU) geheten- begon in 2003 en is uitgegroeid tot één van de bekendste universiteitenranglijsten ter wereld. De makers bekijken de wetenschappelijke prestaties van wetenschappers en alumni van meer dan twaalfhonderd universiteiten: schrijven ze artikelen voor belangrijke tijdschriften, worden ze vaak geciteerd, hebben ze de Nobelprijs of Fields Medal gewonnen?

ARWU kent ook enkele sub-rankings en in de sub-ranking Engineering/Technology staat de TU/e op plaats 49. Op de sub-ranking voor Computer Science staat de TU/e tussen plaats 51 en 75. Daarmee is de Eindhovense universiteit in die beide gebieden de best presterende Nederlandse universiteit.

Ook op het deelgebied Chemistry staat de TU/e hoog in de lijst, namelijk tussen plaats 101 en 150. Dat is de op twee na de hoogste positie van een Nederlandse universiteit; alleen Groningen (51-75) en Utrecht (76-100) staan hoger.

Tilburg valt als enige Nederlandse universiteit buiten de algemene lijst. Vorig jaar stond de instelling wel bij de beste vijfhonderd, net als in 2011 en 2012. Maar Tilburg doet het niet slecht en behoort volgens de makers tot de beste 75 universiteiten van de wereld op het gebied van de economie en ook de sociale wetenschappen staan bij de top honderd.

Er zijn meer van dit soort ranglijsten, zoals de World University Rankings van Times Higher Education. Daarin scoren de Nederlandse universiteiten iets hoger. Die ranglijst kiest andere criteria, zoals de internationale reputatie en het aantal buitenlandse studenten en docenten.

In de wetenschappelijke wereld klinkt kritiek op zulke ranglijsten. Onderzoekers zouden gedwongen worden tot allerhande trucs om hun score te verbeteren en daar zou de wetenschap niet mee gediend zijn. Ook zou het onderwijs in het gedrang komen, aangezien dat niet of nauwelijks gewicht in de schaal legt.