CDA en PvdA stelden vragen over de hoge declaraties bij Hogeschool Windesheim en de Universiteit Utrecht. Vooral de kosten voor dienstauto’s sprongen in het oog: die liepen in de tienduizenden euro’s.

Bestuurders van universiteiten en hogescholen mogen sommige kosten best declareren, vindt minister Bussemaker, zolang de uitgaven “sober, doelmatig, eenduidig en transparant zijn”. Daarover wil ze met de hogescholen en universiteiten in gesprek.

Inmiddels heeft de collegevoorzitter van de Universiteit Utrecht ruim 16.000 euro aan declaraties teruggestort die ten onrechte was toegekend, aldus Bussemaker. De voorzitter verdiende bovendien iets meer dan de salarisnorm voor universiteitsbestuurders en ook dat heeft de universiteit rechtgezet.

Sinds 2011 moeten onderwijsinstellingen de declaraties van bestuurders in het jaarverslag openbaar maken en sinds 2012 moeten de declaraties ook op de website van de onderwijsinstellingen staan. In het jaarverslag van de TU/e van 2014 staan de individuele declaraties van de drie leden van het CvB op pagina 87. In totaal bedroegen die 43.740 euro. Voor vervoerkosten werd in totaal 107.693 euro gedeclareerd.

Met het onderzoek van de Onderwijsinspectie wil minister Bussemaker nog meer zicht krijgen op het ‘declaratiegedrag’ van bestuurders.