- Campus
- 22/04/2015
“Als rector heb ik wel wat streken geflikt”
Universiteitshoogleraar Anthonie Meijers en studente Tessie Hartjes, beiden voorzien van rode bretels, voelden woensdagmiddag vertrekkend rector Hans van Duijn aan de tand in een goed gevulde Blauwe Zaal. Het werd een openhartig gesprek over zijn jeugd, wetenschappelijke carrière, zijn liefde voor de VS, de blues en jazz en de tien jaar dat hij rector was. Ook bekende hij dat hij het niet altijd netjes speelde. “Maar soms moet dat.”
Dat de rector van de universiteit van Aken niet blij was toen de TU/e min of meer achter diens rug om de KIC InnoEnergy binnenhaalde, kan Van Duijn zich goed voorstellen. “We hadden samen een reactie zullen sturen, maar dat heb ik uiteindelijk niet gedaan. Daarbij was het ook zo’n nette man.” Ook aan zijn Twentse collega Ed Brinksma had hij heel wat uit te leggen toen hoogleraar Hans Kuipers met zijn groep procestechnologen verkaste van Enschede naar Eindhoven. “Maar soms moet je dit soort dingen doen.”
Van Duijn zit woensdagmiddag duidelijk met veel plezier op zijn praatstoel en vertelt honderduit over zijn jeugd en privéleven, zijn academische carrière, zijn voorliefde voor de Verenigde Staten en de blues (“er zijn nummers waarbij ik echt zit te janken als ik net iets teveel op heb”). Meijers en Hartjes zijn goed voorbereid en willen bijvoorbeeld meer weten over zijn matige prestaties aan het begin van zijn schooltijd. Van Duijn houdt het erop dat hij die tijd graag veel buiten was of op zijn gitaar speelde en dat de vonk pas later oversloeg.
Goede herinneringen heeft hij aan zijn promotietijd in Leiden bij hoogleraar Bert Peletier, de vader van TU/e-hoogleraar Mark Peletier, die op zijn beurt promoveerde bij Van Duijn en hem aan de TU/e opvolgde toen deze rector werd. “Dat was echt een meester-gezelrelatie zoals ik die elke promovendus zou toewensen”, vertelt Van Duijn, die eind deze maand het rectoraat overdraagt.
Op de achterwand verschijnen foto’s van protesten in de VS tegen de Vietnam-oorlog en van de maanlanding. Van Duijn bracht samen met zijn vrouw Mieke en drie jonge zonen een jaar door in de VS aan de universiteit van Minneapolis. “Een geweldig land, ongeacht de politiek, en je moet maar denken dat ook idiote presidenten uiteindelijk weer vertrekken.”
Hij had er wel willen blijven, maar zijn vrouw wilde van hun drie zonen “geen Amerikaantjes” maken. Ook vergevorderde plannen voor emigreren naar Australië (“ik had er een baan en we hadden zelfs de hond al van de hand gedaan”) liepen op het laatste moment spaak. Het Amsterdamse Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) bood hem een aanstelling als groepsleider.
Op de huidige Nederlandse politici heeft Van Duijn het niet, ook niet als ze uit de partij komen waarmee hij wel affiniteit heeft, de PvdA. Ooit sabelde hij tijdens de opening van het academisch jaar Geert Wilders neer, nu is Ronald Plasterk aan de beurt. “Niet te geloven, wat hebben we op onderwijs toch een boel slechte ministers gehad. Al valt degene die er nu zit (Jet Bussemaker, red.) wel mee. Allemaal plannetjes maken die het onderwijs niet beter gemaakt hebben.”
Tot slot bekent hij dat hij de tijd die het rectoraat hem kost, zwaar onderschatte toen hij er in 2005 aan begon. “'Daar ben je twee avondjes per week mee kwijt', zei toenmalig universiteitssecretaris Harry Roumen. Maar dat was echt niet zo. Het is een inbreuk op je privéleven en ik stapte in een totaal andere wereld. Maar het heeft me veel voldoening geschonken.”
Wat voor een cijfer zou hij zichzelf geven voor tien jaar rectoraat? “Best wel een hoog cijfer.”
Het interview terugzien? Zie hieronder.
Discussie