De TU/e blijkt de Nederlandse universiteit met het hoogste percentage internationale medewerkers (39e op de ranking) en ook de verhouding wetenschappers/student is zeer gunstig, maar binnen Nederland worden alleen de Tilburgse onderzoekers slechter geciteerd (314e plek). Reden voor deze opvallende uitschieters is dat de TU/e voor deze ranking de promovendi aanmerkt als wetenschappelijk personeel, terwijl andere universiteiten ze als studenten beschouwen.

Nog nooit hoorde een Nederlandse  universiteit in een internationale ranking bij de beste vijftig van de wereld, maar dat is de Universiteit van Amsterdam nu in de QS-ranking dus wel gelukt. Zes andere Nederlandse universiteiten halen de top honderd en nog eens vijf horen bij de beste tweehonderd. De directe concurrenten uit Delft en Twente komen respectievelijk op de 86e en 212e plaats in de lijst.

Op nummer één in de QS-ranking staat het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology (MIT), waarna twee Britse universiteiten volgen: Cambridge en Imperial College London.

QS is het onderzoeksbureau waarmee het Britse onderwijstijdschrift Times Higher Education tot 2010 samenwerkte voor zijn gerenommeerde THE-ranking. Na onenigheid over de methodologie gingen ze ieder hun eigen weg.

QS verschijnt steeds net iets eerder dan de THE-ranking, die in oktober wordt gepubliceerd. De QS-ranglijst berust voor veertig procent op de reputatie van instellingen onder bijna 64 duizend wetenschappers in de afgelopen drie jaar. Verder weegt de reputatie onder werkgevers mee (10%), evenals de hoeveelheid studenten per docent (20%), hoe goed de onderzoekers worden geciteerd (20%) en de hoeveelheid buitenlandse studenten en medewerkers (elk 5%).

De ranking is niet onomstreden, omdat wetenschappers betaald zouden krijgen voor het invullen van de enquête.