- Onderzoek
- 06/05/2014
Afgelopen week werd bekend dat een wetenschappelijk artikel van UvA-hoogleraar Jens Förster wordt teruggetrokken, omdat de data gemanipuleerd zijn. Hij is een grote naam in de sociale psychologie, veel groter dan Diederik Stapel ooit was. Deze maand zou hij een onderzoekspremie van vijf miljoen euro krijgen om aan een Duitse universiteit Humboldt-professor te worden, maar dat gaat voorlopig niet door.
Förster voelt zich het slachtoffer van een ongelooflijke heksenjacht in de nasleep van de Stapel-affaire, zegt hij in een verklaring. De uitkomsten van het onderzoek zijn misschien onwaarschijnlijk, maar vreemde dingen komen nu eenmaal voor. Soms kun je ze later pas begrijpen.
Zou er inderdaad sprake kunnen zijn van tunnelvisie? Statisticus Richard Gill van de Universiteit Leiden heeft zich in het verleden hard gemaakt om de veroordeling van verpleegkundige Lucia de Berk ongedaan te maken. Zij was op grond van slechte statistiek in de gevangenis beland. Wat vindt Gill van de zaak rond Jens Förster? Is het alsof iemand de loterij wint en dan opeens verdacht lijkt?
Nee, zegt Gill. “Natuurlijk kan het een hoogst onwaarschijnlijke uitkomst zijn die nu verdacht lijkt. Maar we hebben het hier niet over een loterij, die jaarlijks door enkele mensen wordt gewonnen. We hebben het hier over de kans dat een aap met een typmachine het verzameld werk van Shakespeare schrijft. Zelfs met miljoenen apen lukt dat niet.”
Gill denkt dus niet dat hier sprake is van toeval. “Zijn uitkomsten zijn inderdaad te mooi om waar te zijn. Of hij nu opzettelijk zijn data heeft verzonnen of ‘slechts’ twijfelachtige onderzoeksmethoden heeft gebruikt, is niet duidelijk. Förster is ofwel een oplichter ofwel volkomen incompetent. Zijn reactie op de beschuldigingen laat zien dat hij helemaal niets van statistiek begrijpt, terwijl zijn hele carrière berust op het gebruik van statistische methoden.”
De Leidse hoogleraar statistiek kent de zaak-Förster van nabij. Gill was een van de deskundigen die geraadpleegd werd door de Universiteit van Amsterdam en later door het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit. Er is in deze zaak meer dan alleen statistisch bewijs, meent hij. Volgens hem kan Förster zich niet eens de namen herinneren van de onderzoeksassistenten die hem geholpen zouden hebben bij zijn experimenten en is ook onduidelijk wanneer die zijn uitgevoerd.
Discussie