- Sluitstuk , Onderzoek , Student
- 15/05/2014
Sluitstuk | Een frisse wind door Antwerpen
Tijdens een zomerse dag kan het kwik in een stad als Antwerpen flink stijgen. Bouwkundestudent Thomas Bolster maakte daarom een model om de invloed van wind en vegetatie op de stadstemperatuur inzichtelijk te maken en uiteindelijk tot verkoelende oplossingen te komen.
Dat stedelijke massa een invloed op de temperatuur in de stad heeft, is niet nieuw; de eerste onderzoeken stammen al uit begin negentiende eeuw. Maar het is nog steeds onbegrepen wat dat effect exact is, en vooral; wat kan er tegen gedaan worden? Want ook op dat vlak is er veel onduidelijkheid.
Zo zijn er studies die beweren dat groen in de stad kilometers verderop nog voor verkoeling zorgt, terwijl andere onderzoeken aantonen dat het effect ophoudt als je uit de bomenschaduw stapt. Tijd voor helderheid, meent Thomas Bolster, masterstudent Bouwkunde. In samenwerking met onderzoeksinstituut VITO -de Vlaamse evenknie van TNO- ontwierp hij een complex model om op grote schaal het stedelijk hitte-effect te bestuderen.
Thomas: “De kracht van deze studie zit in de omvang: nooit eerder zijn zoveel meetgegevens van zowel een weerstation binnen als buiten de stad meegenomen in één model. We hebben Antwerpen opgedeeld in blokjes, in totaal zo’n twaalf miljoen. Twee dagen lang worden per kwartier in zo’n blokje een zestal berekeningen uitgevoerd voor onder meer temperatuur, zonnestraling, winddruk en -snelheid. Dat zijn heel wat data; het doorrekenen van een simulatie kost ongeveer tien dagen. Dat geeft al aan hoe kostbaar zo’n model is, dat maak je niet even van elke stad.”
Nu de eerste resultaten gegenereerd worden, is het voor Thomas tijd om af te ronden. Hij is tevreden dat het model draait, maar had graag nog wat oplossingen aangedragen om de stadswarmte te verminderen. “Je tijd is heel beperkt, natuurlijk hoop je iets baanbrekends te verzinnen dat makkelijk toegepast kan worden. Vooralsnog kunnen we in ieder geval zeggen dat groen in de stad goed doet, en dat het effect van de geadviseerde witte daken -dit zou de temperatuur verlagen- minimaal is. Het zou zeker interessant zijn ons model verder uit te breiden met ‘water’; helpt een grote vijver bijvoorbeeld de stadstemperatuur omlaag te krijgen?”
Hoewel de banen in de bouwwereld niet voor het oprapen liggen, werkt Thomas al sinds twee maanden -nu nog naast zijn stage- als bouwfysisch ingenieur bij Scheldebouw. Opnieuw bezig met modelleren, alleen voert hij ditmaal thermische berekeningen uit aan gevels.
En ook Antwerpen heeft hij niet helemaal de rug toegekeerd. Tijdens motortochtjes -waar hij met zijn haren in de wind overigens heel goed de stadswarmte kan peilen- houdt hij graag halt bij een van de vele ‘plezante’ terrassen. Maar wel het liefst in de schaduw.
Discussie