Beide certificaatprogramma’s hebben een omvang van vijftien studiepunten en vormen een aanvulling op het reguliere studieprogramma. De inhoud bestaat uit bouwtechniek (Building Design & Technology) enerzijds en uitvoeringstechniek (Construction Technology) anderzijds. Dit zijn de disciplines die deel uitmaakten van de vorig jaar opgeheven mastertrack Building Technology. 

Het besluit tot opheffing werd vorig jaar genomen omdat het bestuur van mening was dat de noodzakelijke band tussen het onderwijs en onderzoek in deze mastertrack onvoldoende was. Het is de bedoeling dat de certificaatprogramma’s komend collegejaar al van start gaan. Het faculteitsbestuur van Bouwkunde gaf vorige week al het groene licht, het College van Bestuur moet nog akkoord gaan.

SUPport, de studievereniging voor Building Technology, is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de certificaten. Volgens voorzitter Lars van Beers was het een moeizaam proces waardoor de aanvankelijke startdatum van 1 februari jongstleden niet gehaald kon worden. Met het eindresultaat is hij relatief tevreden.

Van Beers: “De keuze voor aparte certificaten voor bouwtechniek en uitvoeringstechniek is volgens ons de juiste. Maar vijftien studiepunten per certificaat vinden we wel weinig. Studenten die meer aan bouwtechniek of uitvoeringstechniek willen doen dan alleen een verbreding via een certificaatprogramma, adviseren wij dan ook een vrij masterprogramma samen te stellen.”

In het vrije masterprogramma stelt de student zelf een vakkenpakket samen dat goedgekeurd moet worden door de examencommissie. Maar dit is een noodoplossing, aldus Van Beers. “We begrijpen nog steeds niets van de vorig jaar genomen beslissing om de mastertrack af te schaffen.”

Ook Jos Lichtenberg, voorzitter van de leerstoel Building Production Technology, kan nog geen begrip opbrengen voor de opheffing van de mastertrack. Over de certificaatprogramma’s heeft hij dubbele gevoelens. “Het is wel een gebaar. Maar deze certificaten kunnen de mastertrack niet vervangen.”

Jan van der Meulen, adjunct-opleidingsdirecteur Bouwkunde, benadrukt dat de certificaten niet bedoeld zijn als een vervanging van de stopgezette mastertrack. “Bouwtechniek en uitvoeringstechniek blijven deel uitmaken van het curriculum, maar binnen andere mastertracks. De certificaten zijn vooral bedoeld voor de herkenbaarheid op de arbeidsmarkt.”

Studenten moeten nu een keuze maken tussen bouwtechniek en uitvoeringstechniek; disciplines die binnen Building Technology gecombineerd werden. Van der Meulen verwacht echter niet dat veel studenten geïnteresseerd zullen zijn in beide certificaten. “Je kiest toch voor een bepaalde mastertrack. Hoe ver wil je daarvan afdwalen?”

Het faculteitsbestuur heeft vorige week eveneens besloten af te zien van het opzetten van een brede PDEng-opleiding gericht op bouwtechniek. Dit tweejarige post-masterprogramma had moeten dienen als voorbereiding op een baan in de industrie en werd voorbereid door Lichtenberg. De hoogleraar had gehoopt daarmee de markt te kunnen bedienen die hij eerder met Building Technology van ingenieurs voorzag. Volgens Bouwkunde-decaan Elphi Nelissen passen bouwtechnische praktijkopdrachten ook prima binnen de al bestaande PDEng-opleiding ‘Smart Energy Buildings & Cities’.  

Daarnaast werd ook nog besloten de PDEng-opleiding ‘Architectural Design Management Systems’ stop te zetten. Volgens Nelissen trekt de opleiding te weinig studenten om rendabel te zijn. De twee huidige PDEng-studenten mogen de opleiding wel afmaken.