En hoe is het in Istanbul?
De cultuurschok is mij gelukkig bespaard gebleven toen ik naar Istanbul verhuisde. Een intense cultuurtransitie had ik immers vijf jaar geleden al ervaren toen ik vanuit een klein dorpje in Zuid-Holland verhuisde naar de Lichtstad, alwaar iedereen ineens met een zachte G praat, minstens een Brabants kwartiertje te laat is, een week vrij neemt om carnaval te vieren, worstenbrood eet en trots is op zijn agrarische achtergrond.
Istanbul is wat dat betreft het verlengde van Noord-Brabant; ook hier praten ze onverstaanbaar -alhoewel mijn Turkse vocabulaire inmiddels uitgebreider is dan “één döner kebab alstublieft”-, zijn ze standaard nóg later, nemen ze elke week een dag vrij om te protesteren tegen iets, is de keuken heel wat anders (lees: beter) dan we in Nederland gewend zijn en heeft elke Turk een mate van vaderlandsliefde waar Amerikanen bijna jaloers op zouden worden.
Maar wat ook maar elk gevoel van ongeriefelijkheid jegens Turkije en zijn inwoners wegneemt, is de immer aanwezige gastvrijheid van praktisch iedereen die je hier tegenkomt. Van professoren aan de universiteit -waar je naartoe gaat voor een vraag over huiswerk, maar je vervolgens blijft om een bakkie thee mee te drinken en te praten over zijn eigen wilde studententijd- tot marktkoopmannen op de Grote Bazaar - die je in eerste instantie proberen op te lichten door paardenbloemen als saffraan te verkopen, maar vervolgens onder het genot van een bakkie thee je Turkse grammatica helpen te verbeteren.
Mensen op straat zijn nooit te beroerd je de juiste kant op te wijzen als je de weg kwijt bent. Als je bij iemand wordt uitgenodigd voor het avondeten hoef je geen schrale pasta bolognese te verwachten, maar eerder een vijfgangendiner. En zonder enige uitzondering heeft elke Turk wel ergens een pot thee opstaan om te delen met (on)verwachte gasten.
Dit alles maakt mijn semester aan de Boğaziçi Üniversitesi in Istanbul een stuk aangenamer. Want hoewel de vakken die ik hier volg een stuk wiskundiger en uitdagender -om maar niet te zeggen moeilijker- zijn dan in Eindhoven, is de behoefte om terug naar Eindhoven te keren nog verrassend afwezig.
Discussie