Het natte weer zorgde voor ongemak in de Batavierenrace, vertelt wiskundestudent Rik Hopmans. Hij fungeerde als ploegleider van zowel het studententeam als van Team Eindhoven, dat deelnam in de algemene competitie. In dat laatste team, dat als zevende eindigde, liep hij zelf ook een korte etappe mee. “Als je loopt is de regen niet zo’n probleem, maar wel als je stilstaat. Je moet je erop kleden.” Paraplu’s mee dus, en pas op het laatste moment de lange broeken uit.

Het zwaarste stuk was de 22^e etappe, zegt Hopmans, met kilometers over modderpaden vol met plassen. Die etappe werd gelopen door zijn jonge studiegenoot Casper van der Putten, net als Hopmans geportretteerd in de Cursor van 1 mei. “Casper heeft echt ongelooflijk hard gelopen. Wel 19 kilometer per uur gemiddeld. Op de mountainbike moest ik af en toe flink aanzetten om hem bij te houden. Hij heeft zijn etappe dan ook met overmacht gewonnen, met tweeënhalve minuut voorsprong op de nummer twee.”

Terwijl hij ‘zijn’ lopers had geadviseerd om voorafgaand aan de wedstrijd (die om kwart voor een ’s nachts begon) nog zoveel mogelijk te slapen, heeft Hopmans de hele nacht doorgehaald. Om de lopers extra te motiveren, fietste hij zelf negen etappes mee. “Team Eindhoven lag iets achter op het Eindhovense studententeam, dus daar kon ik mooi op wachten voor mijn eigen etappe. Ik heb wel de kortste mannenetappe gelopen.”

Vorig jaar eindigde het TU/e-Fontys-team als tweede. Toen was er vanuit Groningen, dat nu het winnende team afvaardigde, echter geen sterke delegatie aanwezig. “We hadden dit jaar een kleinere achterstand op Nijmegen dan vorig jaar. Het was ook tot vlak voor het eind nog spannend.”

In zijn andere team, Team Eindhoven, dat niet alleen uit studenten bestond, liep nationale topper Ruth van der Meijden nu voor de vijfde keer mee. Hopmans: “Ze heeft ook voor de vijfde keer haar etappe gewonnen. Maar het was nog spannend, want er was sterke tegenstand van Miranda Boonstra, die net als Ruth in augustus voor Nederland meedoet aan de marathon op het Europees Kampioenschap. Die wilden allebei absoluut niet van elkaar verliezen.”