Foto | Bart van Overbeeke

Cateringbeleid onder vuur

Het cateringbeleid van de TU/e frustreert educatieve en andere initiatieven van studieverenigingen, stelt een groeiend aantal van deze clubs. Ze zijn verplicht diensten van huiscateraar Eurest af te nemen, maar haken vanwege de hoge prijs vaak vroegtijdig af. De TU/e verdedigt het beleid.

“Neem nou een bierfust”, legt Jim Stolk, president van de Federatie Studieverenigingen Eindhoven uit. “Zo’n ding kost bij Eurest zo’n 250 euro. Kopen we ze zelf, dan zijn we 85 euro kwijt.” Internationale studievereniging Interactie mort over prijs van lunches en broodjes. Vorig jaar nog was Interactie gastheer van een groot internationaal gezelschap dat de TU/e bezocht. Victor Teunissen was er als voorzitter van Interactie bij betrokken: “Voor een koude lunch rekende Eurest vijf euro. Zelf konden we dat één euro goedkoper maken en bovendien combineren met een diner ‘s avonds. Dat bleek bij Eurest niet mogelijk. Toen we besloten de catering zelf in de hand te nemen, werden we verbannen naar een buitenlocatie.”

Want zo is het in het contract met Eurest afgesproken: de grote evenementenlocaties Metaforum, Auditorium en De Zwarte Doos zijn exclusief domein van Eurest als het om de catering gaat. Studieverenigingen die daar iets willen organiseren, zijn aan Eurest gebonden als er koffie, bier of bitterballen geregeld moeten worden. Wie de cateraar wil vermijden, moet een andere locatie zoeken.

Ook bij Protagoras hebben ze geen hoge pet op van de huiscateraar die sinds 2011 op de TU/e actief is. “Eurest is gewoon te duur voor studieverenigingen met een krap budget”, vindt voorzitter Lisanne Kok. “Voor symposia zijn we het meeste geld kwijt aan lunchkosten. Dat zouden we veel liever in het programma en onze gasten steken.” Ook de collega’s van GEWIS betreuren de prijzen van Eurest, die zich volgens hen niet verhouden tot het schaarse assortiment.

“Affiniteit met studenten lijkt Eurest
niet in de haarvaten te zitten”

Het aantal klachten over het monopolie van Eurest zwelt de laatste tijd aan, weet Jim Stolk. Dat heeft alles te maken met de hausse aan evenementen in deze tijd van het jaar. Wat de FSE-president vooral steekt is dat allerlei onderwijs-gerelateerde evenementen, zoals lezingen, symposia en workshops in de kiem gesmoord worden, omdat de organisatoren zich de prijs voor de catering niet kunnen veroorloven. Hij weet niet hoeveel publieke evenementen uiteindelijk in de ideeënfase zijn gestrand. Maar dat de catering daarvan de oorzaak is, zou het College van Bestuur zich zeker moeten aantrekken, vindt Stolk. Het alleenrecht verleidt Eurest volgens Stolk bovendien niet om de klant zo goed mogelijk te bedienen. “Zo zou de FSE graag zien dat de kantines langer open zijn ‘s avonds. Affiniteit met de student, lijkt Eurest sowieso niet in de haarvaten te zitten”, concludeert Stolk.

Kritiek op zijn cateringmonopolie is Eurest niet vreemd. In 2011 voerde studentenvakbond SRVU van de Vrije Universiteit van Amsterdam al tevergeefs actie tegen de hoge prijzen van de cateraar.

Volgens Monique Kuyck van Dienst Interne Zaken (DIZ), verantwoordelijk voor de catering en het contract met Eurest, stelt de cateraar zich wel degelijk flexibel op richting de verenigingen. “Het is zeker niet de starre club, zoals die door velen wordt voorgesteld. Dreigt een evenement te verregenen en is er nog een droge locatie voorradig, dan doen wij noch Eurest moeilijk over verplaatsing. Maar dan moeten we het wel tijdig weten. De verenigingen bedenken zich vaak te laat dat ze ook hapjes en drankjes bij hun evenement willen hebben. In ieder geval regelen ze het niet op tijd. Dat maakt de kans op medewerking natuurlijk een stuk kleiner.”

 “Eurest is zeker
geen starre club”

Kuyck vindt ook de kritiek op de prijs onterecht. “Eurest moet aan veel eisen voldoen op het gebied van hygiëne, veiligheid en stiptheid. Dat heeft zijn prijs. Worden die normen niet gehaald, dan volgt een boete. De studieverenigingen hoeven al die normen niet in hun prijs door te berekenen. Dat zij een lagere prijs kunnen vragen, verbaast me dus niet. Ik verzet me tegen het beeld van Eurest als boosdoener. Zij voeren slechts TU/e-beleid uit. Concurrentie toelaten op de campus is niet aan de orde. Dat wordt een chaos, die we niet willen.” Kuyck adviseert de verenigingen eerder dan nu met Eurest in gesprek te gaan. Dat vergroot de kans op medewerking.

Dat Eurest contractueel een exclusiviteitsrecht heeft op de cateringexploitatie van de grote evenementenlocaties is volgens Kuyck niet meer dan logisch. “Ze moeten natuurlijk de gelegenheid krijgen om hun eigen investeringen terug te verdienen.”

Een verruiming van de openingstijden ligt volgens Kuyck voorlopig niet voor de hand. “Zoals we het nu inschatten, is de belangstelling daarvoor te gering om dat rendabel te maken. Het is niet zo dat het rijen dik voor de kantines staat rond sluitingstijd. Wie ’s avonds behoefte heeft aan een snack of drankje kan trouwens altijd nog in het Auditorium of De Zwarte Doos terecht.”

Eurest zelf neemt de kritiek ter harte: “We betreuren het te moeten vernemen dat onze dienstverlening niet naar wens zou zijn”, reageert woordvoerster Anouk Kogelman: “Maar zoals Monique Kuyck al zegt, hebben de aan ons gestelde eisen hun prijs, die nooit zo scherp kan zijn als die van de studieverenigingen. Desondanks staan wij altijd open voor suggesties. Zonodig gaan we in gesprek met de TU/e om te kijken of bepaalde wensen, zoals een avondopenstelling, te realiseren zijn. De behoefte daaraan moet dan natuurlijk wel worden aangetoond”

Het contract met Eurest loopt nog tot 2016. De TU/e is volgens Kuyck bewust een langdurig contract aangegaan. Eventuele tussentijdse investeringen in bijvoorbeeld kantines kunnen daarmee over een langere periode worden uitgesmeerd.

Deel dit artikel