Festival- en evenementbezoekers op een interactieve manier “laten voelen, proeven en ruiken wat de toekomst is”. Dat is volgens initiatiefnemer Jan Douwe Kroeske (vooral bekend als televisie- en radiomaker) het doel van SummerLabb, ooit als Llowlab begonnen op Lowlands. Universiteiten, kennisinstellingen en bedrijven laten in een speciaal hiervoor ontworpen paviljoen uiteenlopende innovaties op het vlak van duurzaamheid zien.

‘City of the Future’ heet het paviljoen van dit jaar, ontworpen door Bouwkundestudente Floor van Schie. Bij de uitwerking kreeg ze hulp van medestudenten Alice Janssen en Marthe Doornbos. Het paviljoen op Extrema bestaat uit twaalf huisjes op verschillende niveaus, gemaakt van uiteenlopende duurzame materialen: van gerecyclede oude tuinstoelen en afgedankt plastic speelgoed tot verschillende houtsoorten. “Afval? Bel Floor van Schie”, aldus SummerLabb-voorman Kroeske met een grijns - want de TU/e-studente weet er volgens hem wel raad mee.

Het paviljoen werd vanavond op recreatieterrein Aquabest in Best geopend door Eindhovens burgemeester Rob van Gijzel. Hij vindt het bijzonder dat in het bouwwerk honderdtachtig TU/e-deuren een nieuwe bestemming vonden. Grappend: “Eindhoven is tenslotte de stad van open innovatie én van open deuren”. En ook bij de TU/e staan die deuren wijd open, constateert hij tevreden, wijzend op de toenemende studentenaantallen en het groeiende aandeel vrouwen aan de universiteit.

Eppo Bruins van technologiestichting STW reikte even daarvoor aan ontwerpster Van Schie de STW Designprijs uit voor het paviljoen. Want, zo verklaart Bruins deze beloning voor het ontwerp (in de vorm van een ballonvaart voor zes personen): “Als je aan het eind makkelijker wilt kunnen recyclen, moet je daar aan het begin, bij het ontwerpen, al aan denken. Het ontwerp is cruciaal op weg naar een circulaire economie”. 

De realisatie van het paviljoen was “stressen”, erkent universitair hoofddocent Faas Moonen (Bouwkunde) die het masterproject begeleidde - “maar het staat er”. Het hele voorbije studiejaar werkte masterstudente Van Schie, met hulp van medestudenten, aan het paviljoen - naar eigen zeggen “eerst met honderd, daarna met honderdvijftig procent inzet”.

Vooral de voorbije weken werden de werkdagen langer en langer. Niet alleen sloopten de aankomend bouwkundigen -samen met behulpzame vrienden en bekenden- de genoemde honderdtachtig deuren uit de bovenste verdiepingen van het Hoofdgebouw: ook ontelbare scharnieren, volgens Van Schie losgebikt van onder ruim veertig jaar aan verflagen, werden hergebruikt voor het paviljoen. Mede dankzij deze scharnieren zijn de huisjes van het paviljoen compact in te klappen. En ook daarin schuilt een flinke dosis duurzaamheid, benadrukt begeleider Moonen: “De huisjes kunnen drie, vier stuks hoog worden gestapeld en vervoerd - dat scheelt veel transport”.

Zaterdag trekken naar verwachting zo’n zes- tot zevenduizend festivalgangers door het paviljoen tijdens Extrema Outdoor. De grootste spanning is er bij Van Schie, nu haar ontwerp gerealiseerd en geopend is, inmiddels wel vanaf, maar “vrolijke opwinding” voor het festival voelt ze wel, erkent ze.

En nee, zelfs de ontwerpster weet nog altijd niet welke van die honderdtachtig deuren nou die van rector Hans van Duijn is, vanuit de tijd dat hij nog bij Technische Wiskunde zat. Dát weet, tot zijn zichtbare grote genoegen, alleen docent Faas Moonen.

Behalve met het SummerLabb-paviljoen drukt de TU/e zaterdag ook anderszins haar stempel op het dance-evenement: tijdens Extrema Outdoor zijn ook een interactieve led-wall en dansvloer -beide ontworpen aan de faculteit Industrial Design- te zien.