- Onderzoek
- 08/01/2014
Zetje in de rug voor prothese en 3D-printmaterialen
Twee ondernemende TU/e’ers hebben elk een Fase-1 Valorisation Grant van zo’n 25.000 euro binnengehaald bij Technologiestichting STW. De gelukkigen zijn prof.dr. Keita Ito (BMT) en dr.ir. Han Goossens (ST). Zij gaan onderzoeken of hun technologische vindingen, respectievelijk een prothese voor tussenwervelschijven en nieuwe materialen voor 3D-printers, succesvol op de markt gebracht kunnen worden.
Slijtage van tussenwervelschijven in nek en rug kan ernstige pijnklachten veroorzaken door het bekneld raken van zenuwen. Een prothese in de vorm van een kunstmatige tussenwervelschijf kan uitkomst bieden, maar aan de bestaande implantaten kleven nog veel nadelen. Zo beperkt de prothese vaak de bewegingen van de patiënt.
In de groep van Keita Ito, Orthopaedic Biomechanics, is een prothese ontwikkeld, de BioAID, die de eigenschappen van natuurlijke tussenwervelschijven beter benadert. In samenwerking met LifeTec Group, een spin-off van de TU/e, zal worden onderzocht of de BioAid commerciële mogelijkheden heeft. Daarbij wordt onder meer naar patenten en de interesse van belanghebbenden in de medische wereld gekeken.
3D-printen is momenteel een hype, vooral door de goedkope thuisprinters die sinds kort op de markt zijn. Selective laser sintering (SLS) is een 3D-printtechniek die vooral voor industriële toepassingen wordt gebruikt, vertelt Han Goossens. "Hierbij wordt een grote bak met poeder lokaal met een laser verhit, waardoor de poederdeeltjes aan elkaar smelten. Het nadeel is echter dat hiervoor maar een paar materialen bestaan, die niet voor alle toepassingen geschikt zijn." Vooral de deeltjesgrootte van het poeder is van belang, legt hij uit. "Wij willen kijken naar een techniek waarmee je poeder met de juiste deeltjesgrootte kunt produceren. Daarbij richten we ons op polyolefinen, zoals polyetheen en polypropeen." De verwachting is dat deze aanpak tot goedkopere en veelzijdigere grondstoffen voor 3D-printen zal leiden.
In totaal werden vijftien voorstellen voor Fase-1 en zeven Fase-2 Valorisation Grants (van 200.000 euro) gehonoreerd. Vergeleken met voorgaande rondes is de score van de TU/e -vaak goed voor een buitenproportioneel groot deel van de Valorisation Grants- vrij mager.
Opvallend is dat in het persbericht van STW de TU/e-spin-off Sorama uitgebreid genoemd wordt als een succesvol bedrijf dat gebruik heeft gemaakt van Valorisation Grants. Sorama is gespecialiseerd in het opsporen en reduceren van hinderlijk geluid en storende trillingen. Het bedrijf gebruikt hiervoor een unieke geluidscamera die is voortgekomen uit het promotieonderzoek dat Sorama-directeur dr.ir. Rick Scholte bij de TUe/-faculteit Werktuigbouwkunde uitvoerde. In Cursor 9 staat een interview met Rick Scholte over zijn onderneming.
Discussie