De Barcelona Design Week was in oktober 2012 het toneel voor een ontmoeting tussen Caroline Hummels, hoogleraar bij Industrial Design aan de TU/e, en kitchen strategist Gerry Dufresne van IKEA. Het contact resulteerde in een mailwisseling en uiteindelijk in een project van de meubelgigant in samenwerking met de TU/e -meer specifiek de Designing Quality in Interaction-groep bij ID- en Lund University.
Volgens Jelle Stienstra, die het ID-project coördineert in het kader van zijn promotieonderzoek, is IKEA geïnteresseerd in de nadrukkelijke koppeling tussen design en technologie aan de Eindhovense faculteit. “Ook onze visiegedreven ontwerpmethode, het ontwerpen op basis van mogelijkheden en niet zozeer vanuit het oplossen van problemen, spreekt IKEA aan.”
De keuken van de toekomst: dat is kort samengevat het onderwerp waarover studenten in Eindhoven en Lund werden uitgedaagd na te denken. “De opdracht was eigenlijk: stel, je zit in 2025. Welke gedragingen zijn dan belangrijk, wat is er ánders in de wereld en wat kun je daarvoor ontwerpen, denkend aan de keuken?”, verduidelijkt Stienstra. Ook duurzaamheid stond daarbij centraal.
Een kleine dertig Eindhovense ID-studenten (van eerstejaars bachelors tot afstuderende masters) gingen afgelopen september voor IKEA aan de slag. Uiteenlopende concepten en producten leverde het project op, van nieuwe apparaten tot complete keukens vol technologische vernieuwing. Masterstudenten Vincent van Rheden, Vleer Doing en Rob van Kasteren werden uitgenodigd om hun ontwerpen persoonlijk bij IKEA te komen presenteren. “De meeste andere projecten waren ook betekenisvol, maar konden in principe ook al binnen twee of drie jaar de markt bereiken. Deze drie hebben echt in de tóekomst gedacht en daar was IKEA met dit project ook op uit.”
Vorige week gingen de ID-studenten, samen met Stienstra en zijn collega Bart Hengeveld, naar het hoofdkantoor van IKEA in Älmhult, waar ze hun concepten mochten presenteren aan onder andere managers, marketingmanagers en ontwerpers van het bedrijf. “Heel spannend”, erkent Stienstra. “Vanwege de vliegreis moesten we onze prototypes in Eindhoven achterlaten en waren we ter plekke dus aangewezen op videopresentaties.”
Volgens de onderzoeker hebben de filmpjes het gebruik van en de ervaring met de ontworpen producten “goed weergegeven”. De Eindhovense presentaties zijn volgens hem dan ook zeker blijven hangen bij IKEA. “Ik denk dat wij bij ID totaal anders tegenover ontwerpen staan dan de universiteit van Lund. En dat we vooral op technologisch en ontwerp-visionair gebied een erg goede indruk hebben achtergelaten.”
Volgens Stienstra gaat IKEA zijn toekomststrategie de komende tijd langzaam verder uitrollen. “We hopen dat onze samenwerking hierop van invloed zal zijn; de tijd zal het leren. Maar de signalen zijn veelbelovend.”
De ID-onderzoekers sluiten niet uit dat er uiteindelijk items in het assortiment van het meubelwarenhuis belanden die een Eindhovense oorsprong hebben. “Eén van de projecten die we in Älmhult hebben gepresenteerd (van Vincent van Rheden, red.), is geen productontwerp, maar een nieuwe interactiemethode: een manier van interacteren met producten die anders is dan hoe we nú met producten omgaan - met meer expressie en emotie. Dat vonden ze bij IKEA erg inspirerend.”
Over wat de TU/e in Älmhult precies heeft laten zien, mag Stienstra niets zeggen. “Alle intellectual property ligt bij IKEA. Wel staat in het contract dat als een idee tot een product leidt, de naam van de student die het heeft ontworpen genoemd wordt.”
Hengeveld benadrukt: “De samenwerking met zo’n grote klant en de leerervaring voor onze studenten zijn natuurlijk heel waardevol. En de drie studenten die nu mee zijn geweest, hebben zichzelf daar heel positief op de kaart kunnen zetten”.
Verder, zo weet Stienstra, mikt IKEA erop om de resultaten van het onderzoek in samenwerking met de universiteiten van Eindhoven en Lund de komende jaren “op een groot internationaal podium” te presenteren. “Dit zou een mooie kans zijn voor onze faculteit om haar ontwerponderzoek nog nadrukkelijker op de kaart te zetten.”
Discussie