- Campus
- 19/02/2014
De prestatieafspraken zijn “nadrukkelijk een wederzijdse afspraak van de universiteiten én de overheid”, schrijft universiteitenvereniging VSNU. Afspraken over de bekostiging van alle plannen en over aanpassing van wetten en regels zijn “absolute voorwaarden” voor het halen van de doelen.
Maar omdat het kabinet vlak na ondertekening viel en de recessie blijft aanhouden, lukt het minister Jet Bussemaker niet om veel geld te steken in het onderwijs. Investeringen zijn “een noodzakelijke randvoorwaarde”, maar volgens de universiteiten wordt er juist bezuinigd, waardoor hun ambities onder druk komen te staan.
Daarnaast zijn de universiteiten niet blij dat de Tweede Kamer een aantal maatregelen heeft teruggedraaid of tegengehouden die het rendement en de doorstroming had moeten verbeteren. Zo zou de afschaffing van de langstudeermaatregel negatieve gevolgen hebben op het rendement. Verder zijn ze teleurgesteld dat ze voor schakelprogramma’s niet het instellingscollegegeld mogen vragen en balen ze dat de mogelijkheid om student-promovendi aan te stellen niet in de wet is opgenomen.
Onderwijsinstellingen hebben eind 2012 met het ministerie prestatieafspraken gemaakt over onder meer het aantal contacturen in het eerste studiejaar, de honourprogramma’s en het studiesucces. Ook moesten de onderwijsinstellingen hun eigen ‘profiel’ versterken. Een commissie beoordeelde hoe ambitieus en haalbaar de plannen waren. Hoe beter de beoordeling, hoe meer geld de onderwijsinstellingen ervoor zouden krijgen.
Minister Bussemaker erkent dat niet alle afspraken zijn nagekomen. Aan het eind van het jaar bekijkt ze samen met hogescholen en universiteiten of de doelen moeten worden bijgesteld.
Discussie