- Onderzoek
- 05/02/2014
Tweederde open STW-subidies naar TU/e
Van de zes projecten uit het Open Technologieprogramma die Technologiestichting STW in januari heeft toegekend, gaan er maar liefst vier naar de TU/e. Het gaat om subsidies van maximaal een half miljoen euro, voor oplosmiddelvrije verven, goedkope flexibele sensorfolies, optisch aansluitingen in routers en printbare plastic elektronica.
Voor het Open Technologieprogramma van STW kunnen het hele jaar door voorstellen ingediend worden, die op meerdere momenten in het jaar worden beoordeeld - telkens zo’n twintig tegelijk. Bij de meest recente beoordeling vielen zes inzendingen in de prijzen, waarvan dus vier uit Eindhoven.
In het eerste project gaan dr.ir. Henk Huinink (Technische Natuurkunde) en zijn collega’s samen met Nederlandse multinationals als DSM, Akzo Nobel en Océ op zoek naar nieuwe verven zonder schadelijke oplosmiddelen. De huidige verven op waterbasis zijn een stuk gezonder en milieuvriendelijker dan verven met organische oplosmiddelen, maar bevatten nog wel weekmakers. Deze zijn nodig om de in water opgeloste polymeerbolletjes met elkaar te laten vervloeien tot een verflaag zodra ze op een oppervlak zijn aangebracht. Het plan is om polymeerverven te ontwikkelen waarin water de rol van weekmaker vervult, zodat helemaal geen organische oplosmiddelen meer nodig zijn.
Het doel van dr.ir. Eugenio Cantatore (Electrical Engineering) is om goedkope plastic sensoren te maken met een groot oppervlak. Deze kunnen als druksensor worden gebruikt bij het voorkomen van doorligwonden en ergonomische aanpassing van bureaustoelen, of als flexibele röntgendetectors. De bedoeling is om hiervoor plastic sensorfolies te voorzien van goedkope TFT-transistoren voor versterking van de sensorsignalen en de omzetting van deze analoge signalen naar digitale data, terwijl de geavanceerder bewerkingen moeten worden uitgevoerd door standaard siliciumchips aan de rand van de sensorfolie.
Het tweede project van Electrical Engineering draait om het optisch aansluiten van ethernetrouters, waardoor datatransport op de printplaat niet langer in de vorm van elektronische signalen, maar in de vorm van licht kan plaatsvinden. Hierdoor zouden de kosten van deze routers met een factor tien omlaag kunnen. Om dit voor elkaar te krijgen, willen prof.dr.ir. Harm Dorren en zijn collega’s compacte zender/ontvangers ontwikkelen die vlak naast de routerchips geplaatst kunnen worden.
Plastic elektronica, tot slot, heeft als voordeel dat de elektronische circuits snel en goedkoop kunnen worden aangebracht, bijvoorbeeld door ze in vloeibare vorm op een ondergrond te printen. Deze geprinte structuren moeten zo strak en homogeen mogelijk zijn en niet gaan ‘vlekken’. In het project van prof.dr.ir. Anton Darhuber (Technische Natuurkunde) wordt gezocht naar een oplossing voor dit probleem, zowel met computersimulaties als met experimenten.
Discussie