Een biogasinstallatie in Nepal.

SUPport verbetert biogasinstallaties in Nepal

Tweeëntwintig studenten en twee docenten Bouwkunde stappen vrijdag in het vliegtuig richting Nepal. Daar gaan ze in het kleine dorpje Serachour (voor de kenners: nabij Pokhara) vijf biogasinstallaties bouwen. De commissie 'SUPport support' van studievereniging SUPport organiseert deze zestiendaagse studiereis om studenten praktijkervaring te geven.

Een Nepalese biogasinstallatie bestaat uit een vier kubieke meter grote bol onder de grond waar uit de toegevoegde mest van dier en mens gas vrijkomt door een bacteriële reactie. Het gas wordt gebruikt om te koken. Voordelen boven de gebruikelijke houtstook zijn groot. Minder erosie omdat de bossen blijven staan, tijdswinst omdat er geen hout verzameld hoeft te worden en betere gezondheid omdat uitlaatgassen van het verbrande hout ontbreken.

De Stichting Maya Foundation bouwt al tientallen jaren –op dezelfde manier- het type biogasinstallatie waar SUPport support zich nu mee bezig gaat houden. In overleg met een contactpersoon ter plaatse, de Nederlander René Voss, zijn vier onderzoeksvragen opgesteld waarmee studenten drie studiepunten kunnen verdienen. “Een actueel probleem is ingegeven door ervaringen van lokale aannemers”, zegt Manon Feij, bestuurslid van SUPport. “Zij vinden de huidige bouwwijze niet efficiënt. Eerst graven ze een groot gat, daar metselen ze een fundering in met natuursteen en dan gaat er een grote bult zand terug. Dat zand dient als mal voor de cementlagen die de bol moeten vormen.”

Student Michiel Kempkens koos met zijn groep voor de onderzoeksvraag hoe de biogasinstallatie op uitvoeringstechnisch vlak verbeterd kan worden. In een presentatie aan alle deelnemers in Vertigo op dinsdagmiddag vertelt hij welke ideeën zijn groep heeft. “Om niet al dat zand nodig te hebben als mal zijn er vele opties. We zouden het deksel op de bol kunnen prefabriceren, maar het ding is erg zwaar. We weten niet hoe het arbotechnisch gesteld is in Nepal, maar het moet wel menselijk blijven.” Zijn groep heeft al proeven gedaan met opblaasbare ballonnen en inlichtingen ingewonnen bij  bouwkundedocent ir. Arno Pronk. “Zijn advies was de ballon van EPDM (kunststof die vaak als dakbedekking dient, red.) te maken. Maar dat is erg zwaar en iedere extra kilo bagage kost dertig euro. We gaan wel een klein stuk gebruiken. Bovendien willen we liever geen materialen importeren. We gaan ook met bamboe experimenteren.”

Op 8 maart komen de studenten weer terug. Dan hebben zij nog zes weken om hun project af te ronden. In april zal er in Vertigo een fototentoonstelling over de reis te zien zijn. Het bijzondere aan deze studiereis is volgens Feij dat het de enige is waarbij Bouwkundestudenten zelf gaan bouwen.

SUPport support hoort bij de studievereniging SUPport, een van de zeven masterstudieverenigingen binnen Bouwkunde. De master waar SUPport bij hoort, is Building Technology. Die is inmiddels opgeheven, de laatste lichting mocht in september 2013 beginnen. Het is volgens Feij nog niet gezegd dat SUPport wordt opgeheven.

Deel dit artikel