Foto | Bart van Overbeeke

‘Flux is architectonisch hoogstandje, maar bouwkundige gatenkaas’

Zonder meelij verpletterde Flux de afgelopen maanden de herinneringen aan N-laag, decennialang het vertrouwde onderkomen van Technische Natuurkunde (TN). De bouw van de imposante betonnen, maar lichtgewicht kolos -het nieuwe onderkomen van TN en Electrical Engineering- loopt zes weken voor op schema. Dienst Huisvesting leidt er zo nu en dan toekomstige bewoners rond; Cursor haakte deze week aan.

Zichtbaar content loodst Peter Soethout, senior projectleider bij BAM Utiliteitsbouw, dinsdagmiddag zo’n twintig belangstellenden om en door de ruim veertig meter hoge nieuwbouw. Kwistig strooit hij met cijfers en feitjes over Flux, dat verspreid over elf bouwlagen en een kelderverdieping kantoren, onderwijslokalen, practica en laboratoria gaat herbergen.

Het gebouw wordt, mede met het oog op flexibel gebruik in de toekomst, modulair gebouwd. Praktisch alle elementen worden prefab aangevoerd - van diverse, 15.000 kilo zware betonnen trappenhuiswanden tot de verdiepingsvloeren, straks samen goed voor 26.000 vierkante meter vloeroppervlak. In deze vloeren zitten verspreid over het gebouw in totaal 125.000 grote kunststof bollen verwerkt, die zorgen voor een betonbesparing van 240 liter per vierkante meter. “Daardoor is de vloer veel lichter en duurzamer, doordat we minder grondstoffen gebruiken.”

Aan de noordkant van het gebouw steekt op grote hoogte een handvol verdiepingen ruim zeven meter uit. Een tijdelijke constructie, inclusief hydraulische vijzels, ondersteunt deze zogeheten uitkraging. Met behulp van deze vijzels laten de bouwers de bovenste verdiepingen straks zestig millimeter zakken alvorens de tijdelijke groene constructie wordt weggehaald.

Een “architectonisch hoogstandje”, zo bestempelt Soethout Flux, “maar als je het moet bouwen, is het één grote gatenkaas. Het ontwerp is fantastisch, maar de uitvoering heel lastig”. Binnen, in één van de immense vides van het gebouw, wijst hij even later onder meer op de hoogte van de plafonds die straks nog moeten worden afgewerkt. “Hoe kom je daar bij de montage nog bíj en hoe efficiënt kan dat? Dat zijn allemaal uitdagingen waar wij mee te maken hebben.”

Onder de deelnemers bevinden zich onder anderen hoogleraar Paul Koenraad (Technische Natuurkunde) en enkele collega’s. Ze krijgen een vleugel op de tweede verdieping van Flux. Geen weidse vergezichten vanaf de hogere verdiepingen dus voor de groep, maar dat heeft een reden. Koenraad: “Onze labs zitten en blijven in Spectrum. Daar willen we vanuit Flux vlot kunnen komen.”

De hoogleraar is zeer te spreken over het nieuwe onderkomen. “Als je het in het echt ziet, zie je opeens hoe ruimtes in elkaar grijpen en krijg je een beetje een gevoel bij het gebouw.” Wel maakt hij zich “nog wat zorgen” over de ruimte voor zijn promovendi in Flux. “Hopelijk zal zich dat, als we hier eenmaal zitten, allemaal snel gaan zetten.”

Dienst Huisvesting buigt zich begin april over de verhuisplanning, vertelt Jan Pekelder, hoofd projectbureau. De oplevering van het gebouw staat gepland voor half december, maar ver voor die tijd moet grote apparatuur, zoals de kooien van Faraday en de keuken, al in binnen zijn. In het pand zitten daarom nu nog twee grote uitsparingen om grote elementen naar binnen te kunnen loodsen. Het grootste deel van de bewoners verhuist volgens Pekelder tussen december en maart 2015. “Op 1 april 2015 moet Potentiaal, met het oog op de renovatie, in elk geval leeg zijn.”

Ook de loopbruggen van Flux naar de buurgebouwen Gemini, Cascade en Spectrum worden in december, gelijktijdig met het nieuwe gebouw, in gebruik genomen. Ook moet dan het tweede deel van de Groene Loper -tussen Ceres en het nieuwe Flux- klaar zijn. De aanleg hiervan start volgens Dienst Huisvesting in de zomervakantie.

Deel dit artikel