Volgens decaan Aarnout Brombacher zal het onderwijsmodel van ID bij aanvang van het nieuwe collegejaar veel meer in pas lopen met het Bachelor College. Een beweging die volgens hem al gaande was.

“Vooral het eerste jaar wordt traditioneler ingericht dan nu het geval is”, aldus de decaan.“We draaien sowieso mee in de vijf basisvakken, maar binnen ID zelf komt er ook meer nadruk te liggen op de kenniscomponent. Kennis gaan we aanbieden in vakken waarin ook tentamen gedaan moet worden. Het nieuwe model maakt het voor onze studenten ook mogelijk om bij andere opleidingen keuzevakken te gaan volgen. Nu is dat bijna onmogelijk. In het tweede en derde jaar blijven we voor het designstuk wel werken met het assessment van het werk van de studenten. Dat assessment gaan we wel efficiënter inrichten.”

De nieuwe manier van werken maakt het volgens Brombacher ook mogelijk om afscheid te nemen van een groep van vijftig freelancers die nu voor één of twee dagen per week bijdragen leveren aan het onderwijs. “We zijn deze groep zeer erkentelijk voor al hun werk van de afgelopen jaren, maar in het nieuwe model zijn ze niet meer in deze vorm nodig; de professionele vaardigheden gaan we op een andere manier in het curriculum verankeren.”

De faculteitsraad liet eerder weten zich zorgen te maken over het vertrek van deze groep, maar volgens Brombacher zorgt het nieuwe onderwijsmodel ervoor dat dit geen extra belasting met zich meebrengt.   

Op het gebied van het onderzoek komt de focus op acht kernleerstoelgebieden te liggen en worden er vijf universitair docenten aangesteld. Die ud’s zijn mede bedoeld om de leerstoelhouders meer mogelijkheden te bieden om extra middelen te vergaren binnen de derde geldstroom. Tachtig procent van alle studentenprojecten moeten voortaan in lijn zijn met de onderzoeksfocus van de faculteit of van de universiteit.

Brombacher: “Een heldere focussering op onderzoeksgebied is noodzakelijk om  die extra middelen binnen te halen. Tot op heden kon iedereen zijn gang gaan, waardoor er op dit vlak geen sturing mogelijk was en het moeilijk is om aansluiting te vinden met andere onderzoeksgroepen hier op de universiteit. Die samenwerking gaan we nu wél nadrukkelijk zoeken.”

Buiten de universiteit ziet Brombacher mogelijkheden om in samenwerking met kleine en middelgrote designbureaus grote bedrijven te interesseren in samenwerking. “We zijn bijvoorbeeld heel blij dat Ad van Berlo, zelf directeur van een gerenommeerd designbureau, hier als deeltijdhoogleraar actief is.”

In het reorganisatieplan wordt uitgegaan van een financiële voorziening van 585.000 euro voor 2015 om de aangekondigde wijzigingen te kunnen doorvoeren. Het CvB onderzoekt of dat mogelijk is, aldus Brombacher. Voor vier OBP’ers wordt binnen de universiteit naar een nieuwe positie gezocht.