Les 1 : Un caffé in Italië is geen koffie zoals in Nederland, maar espresso. Mocht je meer van de cappuccino’s zijn, houd er dan rekening mee dat het na de lunch ‘not done’ is om nog een cappuccino te drinken.

Les 2: Leer Italiaans. Ik volg twee avonden in de week Italiaanse les, want ‘un Italiano vero’ (een echte Italiaan) spreekt geen Engels. Door de taalbarrière heb ik in het begin regelmatig het tegenovergestelde besteld dan ik eigenlijk wilde hebben, niet vreemd aangezien Italianen tientallen benamingen voor pasta hebben; trofie (mijn favoriet), spaghetti (11 verschillende soorten!), lasagne, penne etc.

Les 3: Eet iedere dag pasta (al dente!). Zo is de uitspraak ‘ik heb mijn pasta voor vandaag nog niet gehad’ een veelgebruikte beslissingsheuristiek om het avondeten te kiezen (alternatief is risotto of pizza).

Les 4: Gelato is geen ‘ice-cream’ maar een ambacht, een kunstwerk.

Mocht je geen zin hebben om te koken, no problemo. De Milaanse traditie van ‘aperitivo’ bevalt me net zo goed. Bij het bestellen van een cocktail of een heerlijke Italiaanse wijn, krijg je ‘gratis’ (drankje is 10 euro) het eten erbij. Dé ‘aperitivo’-wijk ‘Navigli’ is dan ook een drukbezochte locatie waar ik vaak na college te vinden ben. Naast deze culturele ‘gezelligheid’ is Milaan dé stad om uit te gaan, het heeft de beste musea, theaters (Teatro alla Scala) en discotheken. Daarnaast is het weekend de perfecte gelegenheid om pittoreske dorpjes en schilderachtige landschappen te verkennen.