VSNU: "Dring aan op Open Access"
Alle wetenschappers van de TU/e hebben afgelopen maand per e-mail een brief gekregen met de oproep zich in te zetten voor vrije toegang tot alle wetenschappelijke publicaties. In de brief, verstuurd namens de Colleges van Bestuur van alle Nederlandse universiteiten, laat VSNU-voorzitter Karl Dittrich verder weten dat de universiteiten met uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften afspraken wil maken over de transitie naar Open Access.
De komende maanden onderhandelt de VSNU, waarin alle Nederlandse universiteiten samenwerken, namens de universiteitsbibliotheken met onder meer uitgevers Elsevier, Springer en Wiley. Sinds tien jaar hanteren die uitgevers voor abonnementen alles-in-één-prijzen die worden vastgesteld in zogeheten ‘Big Deals’, zo schrijft Dittrich. Bij de onderhandelingen verwachten de universiteiten dat de uitgevers serieuze stappen zullen zetten om een manier van Open Access mogelijk te maken, waarbij de gepubliceerde artikelen vrij toegankelijk zijn voor het publiek.Onderzoekers betalen de uitgevers in dit zogeheten gouden model van Open Access voor de publicatie, waarna deze direct online beschikbaar komt.
In de brief wordt de onderzoekers gevraagd om “waar mogelijk aan te dringen bij uitgevers om de transitie naar deze vorm van Open Access mogelijk te maken”. Daarnaast roept de VSNU wetenschappers op om hun publicaties ook zelf openbaar te maken via de ‘repositories’ die door de universiteiten worden beheerd. Dit ‘groene’ model van Open Access heeft echter als nadeel dat uitgevers soms eisen dat artikelen uit hun tijdschriften pas na een bepaalde periode openbaar worden gemaakt in dergelijke universitaire databases.
De universiteiten krijgen bij hun pleidooi voor Open Access stevige steun vanuit de politiek: het kabinet stelt dat publiek gefinancierd onderzoek vrij toegankelijk moet zijn. Ambitie van staatssecretaris Sander Dekker is dat over tien jaar 100% van de Nederlandse wetenschappelijke publicaties vrij toegankelijk is. Over vijf jaar zou dit al 60% moeten zijn.
Discussie