Universiteiten blikken vooruit naar 2025

Gaan universiteiten in de toekomst keihard met elkaar concurreren of valt dat wel mee? En wie betaalt er straks voor onderwijs en onderzoek: de overheid of studenten en bedrijven? Het Rathenau Instituut en de VSNU schetsen vier mogelijke scenario's.

Met het schetsen van vier toekomstscenario’s voor het jaar 2025 willen het Rathenau Instituut en universiteitenvereniging VSNU het gesprek op gang brengen over de toekomst van de Nederlandse universiteiten.

In hun boekje ‘Vizier vooruit’ gebruiken ze twee variabelen: ten eerste meer of minder concurrentie en ten tweede meer of minder publiek geld. Twee keer twee is vier, dus dat levert vier scenario’s op.

In het ene toekomstbeeld houden de machtsblokken in de wereld elkaar in evenwicht, is het onderwijs een publieke zaak en komt er één groot Europees wetenschapsbudget voor de grote uitdagingen waar de wereld voor staat.

In het andere toekomstbeeld gooien landen over de hele wereld hun grenzen open, betalen studenten veel geld voor een goede opleiding en concurreren universiteiten om de slimste studenten en wetenschappers.

Daar tussenin staat een variant waarin studenten en bedrijfsleven weliswaar meer moeten betalen voor onderwijs en onderzoek, maar universiteiten zich vooral op hun directe omgeving richten en nauwelijks met andere universiteiten concurreren.

Omgekeerd is er ook een variant waarin het onderwijs weliswaar een publiek goed is, maar universiteiten om het hardst vechten om de beste studenten en het wetenschapsbudget van de Europese Unie. Studenten uit het oosten en zuiden van Europa trekken bij dit scenario massaal naar het noord-westen, als ze daartoe de kans krijgen.

De scenario’s hoeven niet reëel te zijn, zeggen directeur Jan Staman van het Rathenau Instituut en voorzitter Karl Dittrich van universiteitenvereniging VSNU. Ze zijn volgens de initiatiefnemers vooral bedoeld om het gesprek te verhelderen.

Deel dit artikel