Nieuw onderzoekscentrum voor hightechsystemen
De TU/e heeft sinds vandaag een nieuw onderzoekscentrum; het High Tech Systems Center (HTSC). Met de oprichting van dit onderzoekscentrum wil de universiteit voorop lopen in het onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe, nauwkeurige hightechapparatuur. Het HTSC integreert niet alleen disciplines uit de werktuigbouwkunde, elektrotechniek, fysica en informatica, maar betekent ook een samenwerking tussen de TU/e en het bedrijfsleven.
De oprichting van het nieuwe instituut werd begin april al aangekondigd op de Hannover Messe, maar vandaag was de officiële lancering. Binnen het HTSC gaan vakgroepen van verschillende faculteiten samenwerken aan het onderzoek naar en de ontwikkeling van bewegende machines en robotica. Het gaat hierbij om hightechsystemen waarbij sprake is van een combinatie van mechatronica (werktuigbouwkunde en elektrotechniek), informatica en toegepaste fysica. De belangrijkste onderzoeksthema’s zijn hardware- en systeemontwerp, modelgebaseerd design, geavanceerde precisietechnologie en verstoringen en omgevingsvariaties.
Achttien TU/e-hoogleraren hebben zich aan het instituut verbonden. De komende vier jaar worden tweehonderd promotieplekken gecreëerd. Daarnaast worden uit het bedrijfsleven industrial fellows aangetrokken. Zij moeten de integratie tussen de verschillende disciplines bevorderen. “Er een integrerend systeemsausje overheen gieten”, aldus TU/e-hoogleraar prof.dr.ir. Maarten Steinbuch, een van de bedenkers van het HTSC.
Volgens Steinbuch is er behoefte aan een overkoepelend centrum omdat mechatronica steeds meer samenhangt met natuurkunde en software. Steinbuch: “Bedrijven die zich bezighouden met mechatronica hebben te maken met twee ontwikkelingen. Op de eerste plaats een toenemend belang van fysica; denk daarbij bijvoorbeeld aan printers waarbij heel veel warmte vrijkomt die gereguleerd moet worden. Daarnaast wordt software steeds belangrijker; er wordt steeds meer gemeten bij machines.”
De plannen voor het HTSC ontstonden vorig jaar, toen Steinbuch en prof.dr.ir. Paul van den Hof, hoofd van de vakgroep Control Systems (EE), met ASML spraken over de ontwikkeling van gezamenlijke onderzoeksfaciliteiten. Vlak daarvoor was bekend geworden dat het nieuwe onderzoeksinstituut van ASML niet op de TU/e-campus zou komen. Steinbuch: “In eerste instantie ging het om een samenwerking tussen ASML en de faculteiten Werktuigbouwkunde en Electrical Engineering. Maar al gauw ontstond het idee van een nieuw, overkoepelend instituut.” Volgens de hoogleraar is er binnen de universiteit zelf te weinig ruimte voor de integratie van disciplines. Het gevolg is dat de kennis versnipperd is over de universiteit. Het HTSC moet daarin verandering brengen. “We willen een one stop shop voor bedrijven worden”, aldus Steinbuch.
Verschillende bedrijven, waaronder ASML, Philips, Océ, FEI en VDL ETG hebben al financiële steun toegezegd. In totaal dragen deze bedrijven acht miljoen euro bij. “We zijn nog in gesprek met Vanderlande. Maar we gaan bijvoorbeeld ook samenwerken met Marel Food Systems. Juist in de agrofoodsector zijn machines met een goede warmtebehandeling en nauwkeurigheid van belang”, vertelt Steinbuch. Met het geld vanuit het bedrijfsleven zullen de eerste promotieplekken en de tijdelijke aanstelling van industrial fellows bekostigd worden. Ook de TU/e betaalt mee via de impulsregeling voor promovendi. Daarnaast hoopt Steinbuch op financiële bijdrages van de gemeente Eindhoven en de provincie Noord-Brabant, onder meer met het oog op de 1000m2 extra labruimte die nodig is.
Op dit moment maakt het onderzoekscentrum, dat voorlopig gevestigd is in gebouw Matrix, nog gebruik van bestaande laboratoria, zoals de robolabs in Gemini. Voor aanvullende labruimte wordt gedacht aan het TNO-gebouw. Er wordt nog bekeken in hoeverre dat financieel haalbaar is, aldus Steinbuch.
Discussie