Vorig jaar is het Higgs-boson ontdekt in de Large Hadron Collider van het Zwitserse CERN-instituut. In deze 27 kilometer lange deeltjesversneller laat men protonen met hoge snelheid op elkaar botsen, waardoor allerlei elementaire deeltjes ontstaan, waaronder het Higgs-boson.

Dr.ir. Servaas Kokkelmans, theoretisch fysicus in de groep Coherence and Quantum Technology van de TU/e, is niet verbaasd dat Higgs en Englert de Nobelprijs delen. “Het Higgs-boson is al zo lang geleden voorspeld en het LHC-experiment van CERN is volledig ingericht om dat deeltje te vinden. Als het dan gevonden wordt, lijkt het me terecht dat je de Nobelprijs krijgt voor die voorspelling. Wel is het opvallend dat CERN niet meedeelt in de prijs. Dat is wellicht omdat er nog wat kritiek is op de metingen en je eigenlijk wilt wachten tot er nog meer zekerheid is. Dat opent ook de mogelijkheid om de prijs over een aantal jaar alsnog aan CERN toe te kennen.”

De 84-jarige Higgs was als theoretisch natuurkundige verbonden aan de Universiteit van Edinburgh. Een halve eeuw geleden bedacht hij een verklaring voor de herkomst van de massa van elementaire deeltjes. Het Higgs-boson is het laatste puzzelstukje van het ‘standaardmodel’ in de deeltjesfysica.

Maar François Englert en diens inmiddels overleden collega Robert Brout publiceerden twee weken eerder dan Higgs dezelfde theorie. Toch was er minder aandacht voor Englert dan voor Higgs toen vorig jaar het Higgs-deeltje gevonden werd. Met deze prijs lijkt het Nobelprijs-comité ook iets recht te zetten.
Ook de minder bekende Englert is een vermaard wetenschapper die allerlei prijzen heeft gewonnen. Deze zomer heeft hij in België de titel ‘baron’ gekregen.

Higgs en Englert hadden elkaar nog nooit ontmoet, tot vorig jaar in Zwitserland. Als ze elkaar ontmoeten, zal Englert hem feliciteren, zei hij zojuist in de persconferentie. “Want hij heeft geweldig werk gedaan.” Het comité wist Higgs nog niet te bereiken. Naar verluidt is hij op vakantie. Zonder mobiele telefoon.