‘Urban Playground’ is het thema van GLOW 2013. Ook de TU/e duikt op in die speeltuin, met onder meer twee installaties van het Intelligent Lighting Institute (ILI), uitgewerkt door vijftien masterstudenten Industrial Design (ID). Beide zijn te zien tijdens GLOW NEXT, het meer experimentele ‘lichtlab’ van GLOW op Strijp-S.
Het meest speels van de twee TU/e-lichtprojecten is ‘Wave’, een interactieve installatie die geluidsgolven visualiseert met behulp van licht. Hiervoor wordt gewerkt met acht projectoren en vier geluidscamera’s van TU/e-spinoff Sorama, die in drie dimensies geluid registreren, vertelt ID-studente Emmy van Roosmalen. Bezoekers worden uitgedaagd een veld te betreden en hier bijvoorbeeld te praten, fluiten of met hun voeten te stampen. Afhankelijk van de plek, frequentie en het volume van een geluid verschijnen dikke, dunne, snelle, langzame, grote of kleine cirkels rond degene die de geluiden maakt.
De installatie is de eerste in een serie, aldus Rombout Frieling, creatief directeur van ILI. Hij omschrijft ‘Wave’ als de “wereldpremière van iets totaal nieuws. De geluidsgolven uit je mond zien rollen - daar willen we naartoe”. Daarmee borduren ILI en de studenten volgens Frieling voort op “de rijke Eindhovense historie in de onzichtbare wereld van golven, licht en geluid”.
‘Wave’ krijgt een plek in het Klokgebouw, in een hal aan de kant van de parkeergarage. Op zo’n vijf minuten wandelen daarvandaan, op de Torenallee, is ‘Iris’ te zien, het tweede TU/e-project. Zes masterstudenten leggen hiervoor een tweehonderdveertig meter lang wandelpad aan van vinyl, bedrukt met verschillende patronen in uiteenlopende kleuren. Door het pad te beschijnen met wisselende kleuren, veranderen de patronen doorlopend en ontstaat een dynamisch pad. “De ene keer wordt een stuk van een patroon gehighlight, daarna verdwijnt het juist naar de achtergrond”, verduidelijkt masterstudent Sjors Mouthaan.
Voor ‘Iris’ -Latijn voor regenboog- wordt gebruikgemaakt van de straatlantaarns aan de Torenallee, die voor het al lopende project ‘LIGHT-S’ worden voorzien van RGB-led-verlichting. Het ILI en de ID-studenten zijn de eersten die er, in het kader van GLOW, gebruik van gaan maken.
Bouwkundedocent Ralph Brodrück wil voor GLOW een kabel met zo’n twintig heliumballonnen -van ongeveer één meter doorsnee- de lucht in sturen. Samen dragen ze acht ‘flitsbronnen’ met elk vier sets van achtentwintig leds. “Omgerekend naar ‘normaal’ licht zijn dat toch verschillende lantaarnpalen. Het is echt een flinke plens licht”, verzekert Brodrück. Volgens de bedenker wordt het “een soort permanent vuurwerk” van ritmisch twinkelende lichtjes, ogenschijnlijk zwevend in de lucht. De ballonnen zijn namelijk, als het goed is, in het donker niet te zien.
De installatie krijgt een plek op het dak van het DELA-gebouw aan de Vestdijk, bewust net buiten de looproute van GLOW. Omdat de hoogste lampjes van de installatie maar liefst honderd meter boven de grond hangen, zou het kunstwerk goed te zien moeten zijn vanaf verschillende punten in de stad.
Onder andere het Prototype & Equipment Center van de TU/e is betrokken bij de uitvoering van Brodrücks plan. Brodrück: “Het idee van een touw met ballonnen en lampjes eraan klinkt eenvoudig, maar de uitvoering heeft nogal wat voeten in de aarde. Zo’n flitslampje weegt bijvoorbeeld maar vierhonderd gram; het flitst steeds maar heel kort, daarom is geen koeling nodig en kan het een heel licht ding zijn. Maar de zestig meter aan stroomkabel die de energie naar boven brengt, weegt dan opeens toch vier kilo. We zijn dus aan het kijken naar een andere oplossing.”
Discussie