- Onderzoek
- 06/11/2013
TU/e helpt Smart Energy Glass testen en verbeteren
Het TU/e-gebouw Connector is onlangs uitgerust met vijf ramen met zogenoemd Smart Energy Glass. Peer+ dat de ramen heeft ontwikkeld, is volop bezig om de effecten van haar product op grotere schaal beter in beeld te krijgen, in samenwerking met onder andere de TU/e.
Een ruit, glas en zonwering, met eigen stroomvoorziening, in één. Dat is in een notendop het Smart Energy Glass van Peer+. Het glas kan schakelen tussen twee standen: een donkere en een heldere stand. Het kan bijvoorbeeld naar wens zonlicht dimmen en tegelijkertijd het ongebruikte licht omzetten in elektriciteit om de elektronica van het paneel zelf van energie te voorzien.
De technologie is vooral interessant voor kantoorgebouwen, stelt Teun Wagenaar van Peer+. “Bedrijven steken veel energie en geld in het koel houden van kantoorruimtes.”
Peer+ verwacht het Smart Energy Glass over ongeveer twee jaar te gaan verkopen. Dat wil zeggen: de technologie te kunnen verkopen aan grote glasfabrikanten die de energiezuinige ruit zelf gaan produceren. Volgens Wagenaar zijn gesprekken met verschillende bedrijven in een vergevorderd stadium.
Op dit moment is Peer+ volgens Wagenaar nog volop bezig met “het valideren van ons eigen product; met het keihard op papier krijgen van de effecten van het Smart Energy Glass”. Zo’n twee jaar terug deed Peer+ zijn eerste proef met de ruiten, “op kleine schaal, met een geconditioneerde ruimte en ruitjes van dertig bij dertig centimeter”.
Volgens Wagenaar hebben zijn collega’s en hij wel inschattingen van de effecten van het Smart Energy Glass, maar moeten deze nu vooral worden vertaald naar grotere ruimtes. Zo werd onlangs het gebouw Connector op het TU/e-terrein van vijf energiebesparende ramen voorzien, in samenwerking met gebouwbewoner KIC InnoEnergy.
Ook loopt er een pilot op de High Tech Campus Eindhoven. Peer+ beschikt hier over twee kleine bouwketen, waarvan één is uitgerust met Smart Energy Glass en het andere met zonwerend glas en lamellen. “Met diverse sensoren aan de binnen- en buitenkant monitoren we het hele jaar door wat er qua binnenklimaat gebeurt, onder meer qua temperatuur en lichtintensiteit. Als je dat hebt gemeten, kun je weer terugredeneren: hoeveel minder koeling heb je bijvoorbeeld nodig in zo’n ruimte als je werkt met Smart Energy Glass?” Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Solar Energy Application Centre, een samenwerking tussen TNO, ECN en Holland Solar.
De ruiten op de pilotlocaties zijn afkomstig van de testproductielijn van Peer+. Het bedrijf moest hiervoor uitwijken naar een onderkomen vlakbij Eindhoven Airport, omdat op het universiteitsterrein geen ruimte was voor de circa vijftig, zestig meter lange rij testmachines.
Wel werkt Peer+ nog veelvuldig met de TU/e samen - met de faculteit Scheikundige Technologie voor de labfaciliteiten en met Bouwkunde waarmee diverse onderzoeksprojecten zijn opgezet. Zo deed één afstudeerder onderzoek naar de comforteffecten van het glas, terwijl een ander zich boog over de energie-effecten. “De resultaten daarvan zijn we, samen met de universiteit, aan het uitwerken en aan het vertalen naar bijvoorbeeld simulatietools.”
Volgens Wagenaar valt op dit gebied meer te onderzoeken en kan Peer+ volop inbreng gebruiken van studenten (Building Physics and Services en Sustainable Energy Technology met een specialisatie Built Environment), bijvoorbeeld als afstudeerder of stagiair. Belangstellenden kunnen zich melden bij Roel Loonen of professor Jan Hensen van de faculteit Bouwkunde. Ook afstudeerders van Scheikundige Technologie, Industrial Design, Electrical Engineering en Technische Natuurkunde kunnen zich melden bij Peer+.
Discussie