TU/e en Harvard doen hetzelfde, maar vanuit andere richting

"We doen in principe hetzelfde, alleen benaderen we onze onderwijshervorming ieder vanaf een andere kant", aldus Lex Lemmens, dean van het Bachelor College, nadat hij deze ochtend gesproken had met Cherry Murray, dean van de Harvard School of Engineering en Applied Sciences. Murray hield gisteren de Holstlezing. Ze nodigde Lemmens uit om komend jaar haar instituut te bezoeken voor een verdere kennismaking.

Gistermiddag stond dean Cherry Murray lichtjes tollend van de jetlag achter het katheder in Blauwe Zaal van het Auditorium. Daar verzorgde zij de zevenendertigste Holstlezing, waarin ze de stormachtige ontwikkelingen beschreef van haar Harvard School Engineering en Applied Sciences (SEAS), die zich pas in 2007 losmaakte van de Harvard School of Liberal Arts and Sciences. Daar was het tot die tijd een divisie van geweest. Volgens Murray moest Harvard als instituut tot voor kort niet zoveel hebben van 'applied'.

"Ik ben er echter heilig van overtuigd dat een universiteit die niet stevig investeert in engineering, het in deze tijd niet gaat redden", vertelde Murray, die in 2009 aantrad als dean, na eerst een indrukwekkende carrière gehad te hebben in het bedrijfsleven, onder meer bij Bell Laboratories. "Je kunt het zien aan de rankings. MIT, Stanford en Caltech zijn daar enorm in gestegen, terwijl de University of Chicago juist is weggezakt."

Murray is dan ook blij dat Harvard er eindelijk ook de noodzaak van heeft ingezien. Bij haar aantreden trof ze naar eigen zeggen een nogal wanordelijke organisatie aan. "Iedereen doceerde maar wat hij of zij zelf wilde." Onder Murray's leiding zijn duidelijke onderzoeksgebieden gedefinieerd en volgens haar fungeert SEAS inmiddels ook als verbindende factor tussen de vele andere schools die Harvard rijk is.

Het onderwijsmodel van SEAS vertoont grote overeenkomsten met het Bachelor College aan de TU/e, beaamt dean Lex Lemmens. "Alleen is SEAS voortgekomen uit de liberal arts (hierbij zijn studenten verplicht een groot deel van hun vakken te volgen in disciplines die niet direct te maken hebben met hun hoofdrichting -red.) en introduceren wij juist andersoortige vakken komend uit engineering."

Verschillen zijn er natuurlijk ook. Aan Harvard is een enorme strenge selectie om toegelaten te worden. Murray: "Daardoor is het voor ons zo moeilijk om studenten duidelijk te maken dat er ook weleens iets fout mag gaan. Dat zijn ze gewoonweg niet gewend. Ook leren samenwerken is in het begin moeilijk. Deze topstudenten vertrouwen vooral op zichzelf en maar moeilijk op een ander."

Waar SEAS volgens Murray vooral voor staat is dat "we studenten niet willen volplempen met kennis, maar ze eerst en vooral willen leren nadenken."

Lemmens constateerde met genoegen dat ook de docentcoach een belangrijke rol vervult bij SEAS. "Daar zetten wij ook sterk op in. Zowel wij als SEAS kijken ook naar hoe we de learning outcome goed kunnen meten. In de criteria die wij daarvoor gebruiken, die zijn opgesteld door hoogleraar Anthonie Meijers, was Murray zeer geïnteresseerd." 

Murray nodigde Lemmens uit om volgend jaar haar instituut te komen bezoeken voor een nadere kennismaking en uitwisseling van ervaringen.

Deel dit artikel