Harvard toont interesse in Bachelor College

Prof. Cherry Murray, dean van de Harvard School of Engineering and Applied Sciences, houdt morgen in het Auditorium de jaarlijkse Holstlezing. Ze zal spreken over de onderwijshervormingen aan haar instelling. Volgens rector Hans van Duijn is Murray zeer geïnteresseerd in het Bachelor College en spreekt ze vrijdag met dean Lex Lemmens. In boekvorm verschijnt morgen ook een essay over het onderwijs aan de TU/e in 2030.

Aan de voordracht van dean Cherry Murray gaat 's morgens een heel symposiumprogramma vooraf, dat om tien uur van start gaat. Daarbij veel aandacht voor de grenzen van de techniek, onder meer op het gebied van data science en biomimetics (engineering geïnspireerd op de natuur).

Murray zal tijdens haar lezing vertellen hoe Harvard op dit moment onder haar leiding de ingenieursopleidingen voor bachelors aan het veranderen is. “Mede daardoor is ze er ook zeer op gebrand om te horen hoe wij dat hier in Eindhoven hebben aangepakt”, vertelt rector Hans van Duijn, die zichtbaar verguld is met de Amerikaanse interesse. "Voor vrijdag staat dan ook een overleg gepland met Lex Lemmens, onze dean van het Bachelor College.”

Van de hand van universiteitshoogleraar Anthonie Meijers (Filosofie en Ethiek van de Techniek) en hoogleraar Perry den Brok (Onderwijsinnovatie) verschijnt morgen in boekvorm een essay over het onderwijs aan de TU/e in 2030. De twee schetsen daarin de toekomstige ontwikkelingen op onderwijsgebied en geven aan wat de gevolgen daarvan zijn voor docenten, studenten en de organisatie als geheel. Het College van Bestuur heeft Meijers en Den Brok gevraagd deze visie op papier te zetten in aanloop naar de Instellingstoets van de NVAO. 

Van Duijn: "Er lag hierover al wel een tamelijk ambtelijk stuk uit 2008, maar met dit essay willen we dat stuk een stevige intellectuele basis geven. Dat is het ook echt geworden; zo kent het bijvoorbeeld een uitgebreid notenapparaat, met referenties naar de stukken waar de auteurs zich op gebaseerd hebben bij het schrijven."

Wat volgens Van Duijn de komende jaren als eerste nog moet gebeuren aan de TU/e, is het verder uitrollen van het Bachelor College ("daar moet nog echt heel wat werk verzet worden"), hoogleraar Jan Fransoo moet aan de slag met de verdere uitwerking van de Graduate School ("die moet gereed zijn wanneer in 2015 de eerste studenten van het Bachelor College willen instromen") en er moet aandacht komen voor de digitalisering van het onderwijs ("het blended learning, waarbij MOOC's gecombineerd worden met regulier onderwijs").

Van Duijn ondersteunt het pleidooi van Meijers en Den Brok voor de instandhouding van het meester-gezelmodel aan de TU/e. "Kleinschaligheid is belangrijk voor onze instelling en we willen niet één grote server worden waar twintigduizend studenten op inloggen."

Groei moet overigens wel mogelijk blijven, aldus Van Duijn. "De maatschappij vraagt van ons dat we voldoende ingenieurs opleiden. Daar is een tekort aan, dus zie ik geen heil in een numerus fixus voor onze opleidingen. Als het dan soms wat piept en kraakt in bepaalde faculteiten, is het aan ons om daar een oplossing voor te bedenken."

Voor het bedrijfsleven, dat nadrukkelijk om meer ingenieurs vraagt, ziet hij daarin niet direct een rol. "Daar komen nu al beurzen vandaan en meer zou mooi zijn, maar dat zie ik niet snel gebeuren. Het bedrijfsleven ziet dat toch vooral als een taak voor de overheid."

Deel dit artikel