En hoe is het in Daejon?

Pak je smartphone maar eens uit je broekzak. Als er op de voorkant geen Samsung staat, prijkt er op de achterkant waarschijnlijk een appeltje, maar ook dan zit die vol met Koreaanse hightech. Dat alleen al is reden genoeg om het Korean Advanced Institute of Science and Technology (KAIST) in Daejeon (대전) met een bezoek te vereren. Dat vereren is overigens wederzijds, als Europeaan ben je buitengewoon interessant; van de twee woorden Engels die de doorsnee Koreaan kent is handsome er zeker één.

Studenten hier besteden veel tijd aan hun studie, de efficiëntie lijkt soms echter ver te zoeken. Aan KAIST volg ik drie vakken. Ik waan mij weer op de middelbare school: huiswerk, tussentoetsen, verplichte aanwezigheid en heuse klaslokalen. Aangezien er veel waarde wordt gehecht aan de bestede tijd is het slechts een kwestie van tijd investeren en het vak is gehaald. De tijd die overblijft wordt door mij uiteraard besteed aan leuke en culturele activiteiten.

Als een interessante mix tussen de oosterse en de westerse culturen heeft Zuid-Korea veel te bieden. De vis wordt op straat gefileerd en de monniken buigen voor Boeddha in prachtige tempels, die in schoonheid slechts overtroffen worden door de variatie aan herfstkleuren in de bergachtige omgeving waarin ze gesitueerd zijn.

Daarentegen wonen de meeste doorsnee Koreanen in nietszeggende flats. Vrijwel alle studenten wonen, waaronder ook ik, strikt gescheiden van het andere geslacht, in dorms. Dat het gebrek aan een keuken je verplicht om elke dag buiten de deur te eten en de gevarieerde maaltijden te proeven is zeker geen straf. Varkenshuid, de vierde maag van een koe, kippenhart, ik kan ze allemaal van harte aanbevelen. Ik zal mij 6 januari echter weer te goed doen aan de bitterballen tijdens de nieuwjaarsreceptie van de TU/e. Dat heeft ook zijn charmes.

Deel dit artikel