ASML had vier universiteiten (Eindhoven, Aken, Nijmegen en Amsterdam) uitgenodigd een plan te ontwikkelen voor een wetenschappelijk researchcentrum. Hoewel al jaren nauw samenwerkend en gevestigd in dezelfde regio, was een voorkeur van ASML voor de TU/e verre van vanzelfsprekend, zo werd voor het weekend al duidelijk. Tijdens een symposium in het Evoluon donderdagavond liet Peter Wennink, vanaf 1 juli CEO van ASML, doorschemeren dat er volgens hem simpelweg te weinig wetenschappers in Eindhoven rondlopen om het nieuwe topinstituut er te vestigen. Het zou volgens hem gemakkelijker zijn iets op te zetten in een regio die, op het vlak van de wiskunde en mechatronica, qua omvang al voldoende potentie bezit.

Vandaag werd duidelijk dat het Science Park Amsterdam de thuisbasis wordt voor het nieuwe Institute for Nanolithography (INL). De keuze is op de hoofdstad gevallen vanwege een "doordachte onderzoeksagenda met diepgang en creativiteit", aldus een woordvoerder tegen NRC Handelsblad.
In het instituut wordt straks onderzoek gedaan naar een nieuwe generatie machines, die werken met extreem ultraviolet licht, om chips mee te maken. Beide hoofdstedelijke universiteiten worden partner, samen met onderzoeksinstelling FOM en onderzoeksfinancier NWO. Het instituut -waar zo’n honderd mensen komen te werken- start later dit jaar onder de bestuurlijke vlag van het FOM-instituut AMOLF, om in 2015 een onafhankelijk instituut te worden.

Het Financieele Dagblad noemt het vandaag ‘saillant dat de TU Eindhoven door ASML gepasseerd is, omdat beide partijen al jarenlang nauw met elkaar samenwerken. Die samenwerking wordt algemeen beschouwd als voorbeeld van hoe wetenschap en bedrijfsleven met elkaar kunnen optrekken’.
Rector Hans van Duijn zegt het “uiteraard heel spijtig” te vinden dat ASML niet voor de TU/e heeft gekozen. “We zijn van mening dat we een zeer goed voorstel hebben neergelegd bij ASML en dan is het uitermate jammer dat de voorkeur uitgaat naar een andere universiteit.”

Van Duijn feliciteert de Amsterdamse universiteiten met het binnenhalen van het wetenschappelijke topinstituut. Hij benadrukt dat de TU/e, als het gaat om de samenwerking met bedrijven zoals ASML, “verder gaat op de wijze die bewezen succesvol is”. Van alle universiteiten wereldwijd heeft de TU/e “de sterkste samenwerking met de industrie”, aldus de rector, wijzend op de Leidse CWTS-ranglijst waarin de universiteit al sinds 2009 de eerste plek bezet.