- Onderzoek
- 08/05/2013
Vorige week dook het Einstein-voorbeeld weer op in een rapport van het Rathenau Instituut over het herkennen van wetenschappelijk talent. Het is maar de vraag of de grootste talenten een zogeheten Veni-beurs voor jonge onderzoekers weten te verwerven, viel daarin te lezen.
“Mijn voorbeeld hier is altijd Albert Einstein”, zei een van de geïnterviewde wetenschappers. “Hij zou het nooit gered hebben in een omgeving als de huidige. Zou Einstein verder gekomen zijn door middel van een onderzoeksvoorstel? Natuurlijk niet. Ondanks het feit dat mensen wisten dat hij een groot talent was.”
Maar is dat echt zo? Zou iemand van Einsteins klasse niet meer worden herkend? We vragen het wetenschapshistorici Jeroen van Dongen (universitair docent in Utrecht) en Anne Kox (hoogleraar UvA), en Jos Engelen, voorzitter van wetenschapsfinancier NWO en hoogleraar experimentele fysica aan de Universiteit van Amsterdam.
“Einstein leefde in een ander tijdsgewricht”, zegt Van Dongen. “Niemand weet hoe hij het nu zou doen. Maar mijn inschatting is dat hij van NWO geen Veni-beurs zou krijgen. Begrijp me niet verkeerd, ik heb er zelf wel een gekregen. Ik heb geen appeltje te schillen met NWO. Maar Einstein was te eigenwijs. Hij koos wel modieuze onderwerpen, maar nam dwarse en aanvankelijk slecht begrepen standpunten in. Ik zie hem ook geen paragrafen schrijven over de toepasbaarheid van zijn onderzoek.”
Zou hij dan niet verstandig genoeg zijn om zich te voegen naar de regels van het huidige wetenschapssysteem? “Misschien, maar hij boog ook niet voor het toenmalige systeem”, aldus Van Dongen. “Hij werd geen assistent aan de universiteit. Hij praatte geen hoogleraar naar de mond. Hij had er een handje van om de autoriteit tegen te spreken en op tekortkomingen te wijzen. Tegenwoordig steken wetenschappers veel tijd in onderzoeksaanvragen terwijl het onzeker is of dat iets oplevert. Voorstellen belanden soms half gelezen in de prullenmand. Daar zie ik Einstein gewoon niet aan meedoen.”
“Het is allemaal speculatie”, zegt ook wetenschapshistoricus Anne Kox. “Einstein is nooit in de situatie geweest dat hij zulke voorstellen moest schrijven. Misschien had hij het gekund, misschien was hij uit dwarsigheid iets anders gaan doen. Maar als persoon doet Einstein er in het voorbeeld niet veel toe. Je zou net zo goed Max Planck kunnen noemen, die onderzoek deed naar zwarte straling, of een van de andere theoretisch-natuurkundigen uit die tijd. Je moet het algemener trekken. De theoretici hadden toen veel meer onderzoeksvrijheid dan nu.”
Maar natuurkundige en NWO-voorzitter Jos Engelen kijkt er anders tegenaan. “Ik vind het nogal populistisch om te zeggen dat Einstein geen beurs zou krijgen. Het is ook nergens op gebaseerd.”
Engelen wijst erop dat Einstein destijds ook moeilijk aan de bak kwam. “Zijn onderzoek deed hij in de baas zijn tijd, toen hij voor een patentbureau werkte. Na afstuderen heb je over het algemeen nog niet veel publicaties op je naam; Einstein ook niet. Hij moest dus hard werken om zich te bewijzen. Daar is in de loop van de tijd niet zoveel aan veranderd. Een wetenschappelijke loopbaan begint met een goede opleiding en de drang om de grenzen van de kennis te verleggen. Dat is nog steeds zo.”
Discussie