- Student
- 05/03/2013
Effecten bindend studieadvies “behoorlijk positief”
De effecten van het bindend studieadvies (BSA), dat de TU/e in september 2009 invoerde, zijn volgens hoogleraar Ton van Leeuwen, voorzitter van de Centrale Commissie Kwaliteitszorg Onderwijs (CCKO), “behoorlijk positief”. In drie jaar is het percentage positieve studieadviezen gestegen en ligt aan het eind van het tweede studiejaar zo’n driekwart van de studenten op koers om de bachelor binnen vier jaar te halen. Een verhoging van de BSA-norm ligt mogelijk in het verschiet.
Sinds de invoering van het bindend studieadvies in 2009 is volgens Van Leeuwen een duidelijke stijgende lijn zichtbaar op diverse vlakken. Dat blijkt ook uit de evaluatie van de CCKO die maandag werd behandeld in de universiteitsraadvergadering.
Van de studenten die in 2011 van start gingen, kreeg 70 procent een positief advies. In 2009 lag dat nog op 63 procent, een jaar later lag het ook al op 70 procent. Vergeleken met 2010 steeg in 2011 in het eerste jaar wel het aantal studiepunten van 43 naar 47, maar dat vertaalde zich dus niet in een hoger percentage positieve adviezen.
Het gemiddelde aantal studiepunten van de studenten uit het tweede BSA-cohort (2010) lag aan het eind van het tweede studiejaar op 100 studiepunten. Dat was een stijging van 4 studiepunten ten opzichte van het cohort uit 2009. De cohorten van 2008 en 2007, waarvoor het BSA nog niet van kracht was, hadden op het eind van het tweede jaar gemiddeld 87 studiepunten.
De Eindhovense Studentenraad (ESR) vroeg zich maandag af of wellicht ook andere regelingen, zoals een mogelijke invoering van een langstudeerboete, hadden bijgedragen aan de stijgingen. Volgens rector Hans van Duijn kan dat best mogelijk zijn, maar is het ondoenlijk dat soort zaken los van elkaar te beoordelen.
Van Duijn dacht maandag ook hardop na over een verhoging van de huidige BSA-norm. Van Duijn: “Met de huidige norm van 30 studiepunten lopen we volledig uit pas met andere universiteiten. Ik vind dat een ongewenste situatie en ook slecht voor onze uitstraling.”
Van Duijn zei mogelijk te willen inzetten op een verhoging van de norm tot 45 studiepunten, of om te kijken of er een strenger reglement kan worden ingevoerd voor de hertentamens. Er zou dan een minimaal cijfer behaald moeten worden voor het eerste tentamen om in aanmerking te komen voor een hertentamen. Hij nodigde de universiteitsraad uit om hier binnenkort een informeel overleg over te voeren.
Discussie