- Student
- 06/03/2013
De Sociaal Economische Raad heeft een enquête gehouden onder vijfhonderd buitenlandse studenten. Meer dan de helft van hen overweegt in Nederland te blijven en nog eens 38 procent is daar nu al zeker van.
Vorig jaar berekende het Centraal Planbureau dat buitenlandse studenten de Nederlandse economie veel voordeel opleveren. Als één op de vijf hier nog een paar jaar blijft werken, levert dat de Nederlandse economie 740 miljoen euro per jaar op.
Dus wil het kabinet weten waarom buitenlandse studenten willen blijven of vertrekken. De Sociaal Economische Raad zal daarover binnenkort een advies uitbrengen, maar zette de resultaten van de enquête alvast online.
Studenten namen de enquête niet allemaal even serieus. Eén van hen wil meer aandacht voor beer related services. “Dat hebben we nodig om efficiënter te studeren.” Maar verreweg de meesten maakten een stuk relevantere opmerkingen.
Bijna de helft wil graag eenvoudiger procedures voor verblijfsvergunningen. Ruim 55 procent ziet iets in stages bij bedrijven. Eén op de drie wil graag in zijn studentenwoning blijven tijdens het ‘zoekjaar’ na afstuderen.
Afgestudeerde buitenlanders van buiten de Europese Unie krijgen in principe slechts een jaar de tijd om een baan te vinden. Lukt dat niet, dan moeten ze weer vertrekken. Dat geldt voorlopig ook voor Bulgaren en Roemenen, al komen zij uit een EU-lidstaat.
Als ze hun baan verliezen, hebben ze bovendien maar een paar maanden om een nieuwe te vinden. Dat kan best iets soepeler, meent een van de respondenten. Die had al een baan gevonden tijdens zijn masteropleiding en zou zijn zoekjaar graag later inzetten, mocht hij onverhoopt zijn baan verliezen of zelf besluiten op te stappen.
Uit de opmerkingen van de respondenten blijkt dat de regels soms lastig zijn. Zo zegt een Bulgaar dat het nauwelijks mogelijk is om een werkvergunning te krijgen. Dus vertrekken Bulgaren zodra ze hun diploma hebben om ergens anders te gaan werken.
Een ander merkt op dat zijn vrouw met haar visum slechts tien uur per week mag werken. “Als ik hier blijf, zou zij toestemming moeten krijgen om meer te werken.”
Discussie